AB 2020/29
De schending van een fundamenteel recht is waar het gaat om reparatoire besluitvorming op zichzelf onvoldoende om een weigering van die besluitvorming terug te komen evident onredelijk te achten.
CRvB 19-11-2019, ECLI:NL:CRVB:2019:3694, m.nt. C.W.C.A. Bruggeman
- Instantie
Centrale Raad van Beroep
- Datum
19 november 2019
- Magistraten
Mrs. O.L.H.W.I. Korte, W.F. Claessens, G.M.G. Hink
- Zaaknummer
19/934 PW
- Noot
C.W.C.A. Bruggeman
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS177949:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Sociale zekerheid bijstand / Bijzondere onderwerpen
Sociale zekerheid bijstand / Algemene bijstand
- Brondocumenten
ECLI:NL:CRVB:2019:3694, Uitspraak, Centrale Raad van Beroep, 19‑11‑2019
- Wetingang
Art. 4:6 lid 2 Awb
Essentie
De schending van een fundamenteel recht is, waar het gaat om reparatoire besluitvorming, op zichzelf onvoldoende om een weigering om van die besluitvorming terug te komen evident onredelijk te achten.
Samenvatting
De omstandigheid dat achteraf is komen vast te staan dat het college een fundamenteel recht heeft geschonden door te handelen in strijd met het discriminatieverbod bij de selectie van te onderzoeken personen, is, anders dan de rechtbank heeft overwogen, op zichzelf onvoldoende voor het oordeel dat in het geval van betrokkene de weigering om terug te komen van het oorspronkelijk besluit evident onredelijk is. Daarvoor zijn de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.