Einde inhoudsopgave
Regeling informatie-uitwisseling bovengrondse en ondergrondse netten en netwerken
Artikel 2
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2019
- Bronpublicatie:
05-12-2018, Stcrt. 2018, 68073 (uitgifte: 07-12-2018, regelingnummer: WJZ/18280633)
- Inwerkingtreding
01-01-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-12-2018, Stcrt. 2018, 68073 (uitgifte: 07-12-2018, regelingnummer: WJZ/18280633)
- Vakgebied(en)
Informatierecht / Telecommunicatie
Ruimtelijk bestuursrecht / Grondexploitatie
Informatierecht / Bijzondere onderwerpen
Informatierecht / ICT
1.
De aanmelding, bedoeld in artikel 3, eerste lid, van het besluit geschiedt op de door de Dienst bepaalde wijze.
2.
In het geval van een aanmelding van een beheerder, netwerkexploitant, aanbieder, opdrachtgever, grondroerder of bestuursorgaan verstrekt deze:
- a.
betreffende de organisatie: het nummer van inschrijving in het handelsregister;
- b.
betreffende de persoon die is belast met de taak van informatie-uitwisseling op grond van de wet: een kopie van zijn identiteitsbewijs of een andere vorm van identificatie overeenkomstig de door de Dienst bepaalde wijze, zijn handtekening, zijn burgerservicenummer en, voor zover zijn bevoegdheid niet blijkt uit een openbaar register, een kopie van de machtiging om namens de organisatie aan de informatie-uitwisseling op grond van de wet deel te nemen.
3.
Indien een onderneming als bedoeld in het tweede lid niet in Nederland is gevestigd of in Nederland is vertegenwoordigd door een gevolmachtigde handelsagent, verstrekt de onderneming in afwijking van onderdeel a van het tweede lid de naam, het bezoekadres, en, in voorkomend geval, het nummer waaronder de onderneming in een buitenlands register is ingeschreven, de naam van dat register en de plaats en het land waar het register wordt gehouden.
4.
Indien de in het tweede lid bedoelde persoon niet beschikt over een burgerservicenummer, verstrekt hij in plaats hiervan zijn persoonsgegevens.
5.
Na vaststelling dat de vereiste gegevens en bescheiden zijn overgelegd, kent de Dienst aan de beheerder, netwerkexploitant, aanbieder, grondroerder, opdrachtgever of het bestuursorgaan een code toe ten behoeve van de deelname door de in het tweede lid bedoelde persoon aan de informatie-uitwisseling op grond van de wet.
6.
De aangemelde organisatie informeert de Dienst onverwijld overeenkomstig de door de Dienst bepaalde wijze over een wijziging van de bij de aanmelding verstrekte gegevens.