JAR 2018/182
Regeling Vervroegde Uittreding. Kwalificeert een sociaal plan met een vrijwillige vertrekregeling als regeling voor vervroegde uittreding (RVU)?
HR 22-06-2018, ECLI:NL:HR:2018:958
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 juni 2018
- Magistraten
Mrs. G. de Groot, M.A. Fierstra, Th. Groeneveld, J. Wortel, A.F.M.Q. Beukers-van Dooren
- Zaaknummer
16/06236
- Vakgebied(en)
Loonbelasting / Pensioenregeling
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:958, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑06‑2018
ECLI:NL:PHR:2017:1416, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑12‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑12‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑02‑2017
- Wetingang
Art. 32ba lid 6 en 7 Wet LB 1964
Essentie
Werkgever is, in verband met een reorganisatie, voor haar werknemers een sociaal plan overeengekomen met de betrokken vakbonden. In het sociaal plan zijn boventallige werknemers aangewezen volgens het afspiegelingsbeginsel bij onderling uitwisselbare functies. Het sociaal plan bevat daarnaast een vrijwilligers- en plaatsmakersregeling. Een werknemer kan alleen met uitdrukkelijk schriftelijke goedkeuring van de werkgever gebruikmaken van deze regeling. Boventallige werknemers en werknemers die gebruikmaken van de vrijwilligers- en plaatsmakersregeling ontvangen een vergoeding gebaseerd op de kantonrechtersformule.
Werkgever heeft de Belastingdienst verzocht om bij beschikking te bepalen dat de vergoeding die op grond van het sociaal plan in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.