Einde inhoudsopgave
Mijnbouwbesluit
Artikel 4
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2023
- Bronpublicatie:
18-04-2023, Stb. 2023, 139 (uitgifte: 25-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-04-2023, Stb. 2023, 140 (uitgifte: 25-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Mijnbouw
Energierecht (V)
1.
De uitvoerder of de uitvoerder aardwarmte stelt een werkplan vast waarin alle in een vergunningsgebied uit te voeren mijnbouwactiviteiten staan vermeld.
2.
Het werkplan is een jaarlijks voortschrijdend vijfjarenplan. De uitvoerder of de uitvoerder aardwarmte dient het plan in bij de inspecteur-generaal der mijnen binnen vier weken na verlening van een vergunning als bedoeld in artikel 6, 24b of 25 van de wet en vervolgens jaarlijks voor 1 november van het jaar, voorafgaand aan het eerste kalenderjaar waarop het plan betrekking heeft.
3.
Ingrijpende afwijkingen van de in het eerste kalenderjaar opgenomen mijnbouwactiviteiten waarop het desbetreffende werkplan betrekking heeft, worden tenminste vier weken voor de verrichting van de desbetreffende activiteit ter kennis gebracht van de inspecteur-generaal der mijnen.
4.
Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld omtrent de inhoud van het werkplan.