Einde inhoudsopgave
Internationale Overeenkomst inzake de vereenvoudiging en harmonisatie van douaneprocedures [Vertaling]
Algemene bijlage
Geldend
Geldend vanaf 03-02-2006
- Redactionele toelichting
Deze bijlage is nog niet voor alle partijen in werking getreden. Zie voor de partijgegevens het protocol van 26-06-1999, Trb. 2001, 162.
- Bronpublicatie:
26-06-1999, Trb. 2001, 162 (uitgifte: 01-10-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
03-02-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-04-2006, Trb. 2006, 74 (uitgifte: 04-04-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
Hoofdstuk I. Algemene beginselen
1.1. Norm
De definities, normen en overgangsnormen in deze bijlage zijn van toepassing op de in deze bijlage bedoelde douaneprocedures en -praktijken, en, in voorkomend geval, de procedures en praktijken in de specifieke bijlagen.
1.2. Norm
De voorwaarden waaraan moet zijn voldaan en de douaneformaliteiten die vervuld moeten worden voor de in deze bijlage en in de specifieke bijlagen bedoelde procedures en praktijken worden in de nationale wetgeving omschreven en zijn zo eenvoudig mogelijk.
1.3. Norm
De douanediensten plegen op gezette tijden formeel overleg met het bedrijfsleven ten einde de samenwerking te intensiveren en het bedrijfsleven zoveel mogelijk te betrekken bij het vaststellen van de meest doeltreffende werkmethoden, die in overeenstemming zijn met de nationale bepalingen en de internationale overeenkomsten.
Hoofdstuk 2. Definities
Voor de toepassing van de bijlagen bij deze Overeenkomst wordt verstaan onder:
E1./ F23. | ‘aangever’: elke persoon die goederen aangeeft of in wiens naam een dergelijke aangifte wordt gedaan; |
E2./ F19. | ‘accountantscontrole’: de maatregelen die de douane neemt, om zich te vergewissen van de juistheid en de echtheid van aangiften, bestaande in een onderzoek van de desbetreffende boekhouding, registers, rekeningen en handelsgegevens van de betrokken personen; |
E3./ F4. | ‘beroep’: de handeling waardoor een persoon waarop een besluit of verzuim van de douanediensten rechtstreeks betrekking heeft en die van oordeel is dat hij hierdoor nadeel ondervindt, bij een bevoegde autoriteit een vordering tot schadevergoeding instelt; |
E4./ F15. | ‘besluit’: de individuele maatregel waardoor de douane beschikt op een kwestie waarop de douanewetgeving van toepassing is; |
E5./ F9. | ‘controle van de goederenaangifte’ : de handeling waardoor de douane zich ervan vergewist dat de goederenaangifte naar behoren is opgesteld en dat de vereiste begeleidende documenten aan de ter zake geldende voorwaarden voldoen; |
E6./ F10. | ‘derde’ persoon’: een persoon die voor en namens een andere persoon bij de douane de formaliteiten met betrekking tot de invoer, de uitvoer, het vervoer of de opslag van goederen verricht; |
E7./ F3. | ‘douane’: de overheidsdienst die verantwoordelijk is voor de handhaving van de douanewetgeving en de invordering van de rechten en heffingen, evenals voor de toepassing van de andere wetten en voorschriften in verband met de invoer, de uitvoer, het vervoer of de opslag van goederen; |
E8./ F11. | ‘douanecontrole’: de maatregelen die de douane neemt om de douanewetgeving te handhaven; |
E9./ F16. | ‘douaneformaliteiten’: alle handelingen die de betrokken personen en de douane dienen te verrichten om aan de douanewetgeving te voldoen; |
E10./ F18. | ‘douanegebied’: het gebied waar de douanewetgeving van een Overeenkomstsluitende Partij van toepassing is; |
E11./ F2. | ‘douanekantoor’: de administratieve eenheid van de douane die bevoegd is voor het vervullen van de douaneformaliteiten, evenals de ruimten of andere zones die voor dat doeleinde door de bevoegde autoriteiten zijn goedgekeurd; |
E12./ F25. | ‘douanerechten’: de in het douanetarief vastgestelde rechten waaraan goederen bij het binnenkomen of verlaten van het douanegebied zijn onderworpen; |
E13./ F6. | ‘douanewetgeving’: de bij de invoer, de uitvoer, het vervoer of de opslag van goederen, geldende wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen, met de handhaving waarvan de douane specifiek is belast evenals alle voorschriften die de douane uit hoofde van haar regelgevende bevoegdheden opstelt; |
E14./ F7. | ‘Goederenaangifte’: overeenkomstig de voorschriften van de douane opgestelde verklaring waarin de betrokken personen vermelden onder welke douaneregeling de goederen worden geplaatst en waarin zij de gegevens verstrekken die de douane nodig heeft om deze regeling te kunnen toepassen; |
E15./ F5. | ‘invoerrechten en -heffingen’: de douanerechten en alle andere rechten, belastingen of heffingen die worden ingevorderd bij of in verband met de invoer van goederen, met uitzondering van alle heffingen die beperkt zijn tot ongeveer de kosten van de verleende diensten of die door de douane namens een andere nationale autoriteit worden ingevorderd; |
E16./ F12. | ‘onderzoek van de goederen’: de fysieke inspectie van de goederen door de douane waardoor deze zich ervan vergewist dat de goederen, wat hun aard, oorsprong, staat waarin zij zich bevinden, hoeveelheid en waarde betreft, in overeenstemming zijn met de gegevens van de douaneaangifte; |
E17./ F27. | ‘persoon’: een natuurlijke persoon of een rechtspersoon, tenzij in de tekst anders bedoeld; |
E18./ F13. | ‘rechten en heffingen’: de invoerrechten en -heffingen en/of de uitvoerrechten en -heffingen; |
E19./ F8. | ‘terugbetaling’: de teruggave, geheel of ten dele, van de voor de goederen betaalde rechten en heffingen en de kwijtschelding, geheel of ten dele, van de rechten en heffingen, wanneer nog geen betaling heeft plaatsgevonden; |
E20./ F14. | ‘uitvoerrechten en -heffingen’: de douanerechten en alle andere rechten, belastingen of heffingen die worden ingevorderd bij of in verband met de uitvoer van goederen, met uitzondering van alle heffingen waarvan het bedrag beperkt is tot ongeveer de kostprijs van de verleende diensten of die door de douane namens een andere nationale autoriteit worden ingevorderd; |
E21./ F1. | ‘vaststelling van de rechten en heffingen’: berekening van het bedrag van de verschuldigde rechten en heffingen; |
E22./ F21. | ‘vervaldatum’: de datum waarop de verschuldigde rechten en heffingen voldaan moeten worden; |
E23./ F22. | ‘verzuim’: het niet binnen een redelijke termijn verrichten van een handeling of nemen van een besluit door de douane in gevallen waarin deze daartoe krachtens de douanewetgeving gehouden is, ten aanzien van een zaak die haar overeenkomstig de voorschriften is voorgelegd; |
E24./ F20. | ‘vrijgave van goederen’: een door de douane verrichte handeling waarbij goederen die zijn vrijgemaakt ter beschikking worden gesteld van de betrokken personen; |
E25./ F24. | ‘vrijmaking’: het vervullen van de douaneformaliteiten die noodzakelijk zijn voor de aangifte ten verbruike, de uitvoer of de plaatsing van goederen onder een andere douaneregeling; |
E26./ F17. | ‘wederzijdse administratieve bijstand’: de maatregelen die de douanediensten namens of in samenwerking met andere douanediensten nemen voor de correcte toepassing van de douanewetgeving en door het voorkomen, het onderzoek en de bestrijding van overtredingen van de douanewetgeving; |
E27./ F26. | ‘zekerheidstelling’: datgene wat ten genoegen van de douane garandeert dat aan een verplichting ten aanzien van de douane zal worden voldaan. De zekerheidstelling wordt ‘doorlopend’ genoemd wanneer zij garandeert dat aan de uit diverse transacties voortvloeiende verplichtingen zal worden voldaan. |
Hoofdstuk 3. Vrijmaking en andere douaneformaliteiten
Bevoegde douanekantoren
3.1. Norm
De douane wijst de douanekantoren aan waar goederen kunnen worden aangebracht en vrijgemaakt. Bij het vaststellen van de bevoegdheden en de vestigingsplaats van deze kantoren en de openingstijden daarvan, wordt in het bijzonder rekening gehouden met de behoeften van het handelsverkeer.
3.2. Norm
Op verzoek van de betrokken persoon en indien de redenen daartoe door de douane gerechtvaardigd worden geacht, verricht deze laatste, mits de middelen daarvoor beschikbaar zijn, de voor de toepassing van de douaneformaliteiten vereiste handelingen buiten de vastgestelde openingstijden of op andere plaatsen dan de douanekantoren. De door de douane gevraagde vergoeding is niet hoger dan bij benadering de kosten van de verleende diensten.
3.3. Norm
Wanneer douanekantoren zich aan een gemeenschappelijke grensovergang bevinden, stemmen de betrokken douanediensten de openingstijden en bevoegdheden van deze kantoren op elkaar af.
3.4. Overgangsnorm
Aan gemeenschappelijke grensovergangen verrichten de betrokken douanediensten indien mogelijk gezamenlijke controles.
3.5. Overgangsnorm
Wanneer de douanediensten voornemens zijn aan een gemeenschappelijke grensovergang een nieuw douanekantoor te vestigen of de inrichting van een bestaand kantoor te wijzigen, werken zij zoveel mogelijk samen met de douanediensten van het buurland teneinde een gemeenschappelijk douanekantoor op te richten en, zodoende, de gezamenlijke controles te vereenvoudigen.
De aangever
a. Personen die gemachtigd zijn als aangever op te treden
3.6. Norm
De voorwaarden waaronder een persoon gemachtigd is als aangever op te treden, worden in de nationale wetgeving vermeld.
3.7. Norm
Elke persoon die het recht heeft over de goederen te beschikken, is gemachtigd als aangever op te treden.
b. Verantwoordelijkheden van de aangever
3.8. Norm
De aangever is ten aanzien van de douane aansprakelijk voor de juistheid van de in de goederenaangifte vermelde gegevens en de betaling van de rechten en heffingen.
c. Rechten van de aangever
3.9. Norm
De aangever heeft de mogelijkheid, voor hij de goederenaangifte overlegt, onder de voorwaarden die de douane vaststelt:
- a.
de goederen te inspecteren; en
- b.
monsters te nemen.
3.10. Norm
De douane verlangt geen afzonderlijke douaneaangifte voor monsters die onder douanetoezicht zijn genomen, op voorwaarde dat deze monsters in de goederenaangifte van de betreffende zending zijn vermeld.
De goederenaangifte
a. Model en inhoud van de goederenaangifte
3.11. Norm
De in de goederenaangifte te vermelden gegevens worden door de douane vastgesteld. De papieren versie van de goederenaangifte is in overeeenstemming[lees: overeenstemming] met het VN-model.
Voor geautomatiseerde vrijmakingsprocedures is het model van de elektronisch ingediende goederenaangifte gebaseerd op de internationale normen voor elektronische gegevensuitwisseling die in de aanbevelingen van de Internationale Douaneraad betreffende informatietechnologie zijn neerglegd.
3.12. Norm
De douane verlangt in de goederenaangifte geen andere gegevens dan die welke noodzakelijk worden geacht voor het vaststellen en de invordering van de rechten en heffingen, het samenstellen van statistieken en de toepassing van de douanewetgeving.
3.13. Norm
Wanneer, om redenen die de douane gegrond acht, de aangever niet over alle in de goederenaangifte te vermelden gegevens beschikt, kan hij een voorlopige of onvolledige goederenaangifte overleggen, op voorwaarde dat daarin alle door de douane noodzakelijk geachte gegevens voorkomen en de aangever zich ertoe verbindt binnen een bepaalde termijn een volledige aangifte over te leggen.
3.14. Norm
Wanneer de douane een voorlopige of onvolledige goederenaangifte geldig gemaakt[lees: geldig heeft gemaakt], krijgen de goederen dezelfde tariefbehandeling als wanneer bij de eerste aangifte een volledige en correcte goederenaangifte was ingediend.
De vrijgave van de goederen wordt niet uitgesteld indien zekerheid is gesteld ten bedrage van alle verschuldigde rechten en heffingen.
3.15. Norm
De douane verlangt enkel de overlegging van het origineel van de goederenaangifte en van het minimaal noodzakelijke aantal afschriften.
b. Tot staving van de goederenaangifte over te leggen documenten
3.16. Norm
De douane verlangt tot staving van de goederenaangifte enkel de overlegging van die documenten welke noodzakelijk zijn voor het toezicht op de transactie en om te waarborgen dat aan alle bepalingen van de douanewetgeving is voldaan.
3.17. Norm
Wanneer bepaalde tot staving van de goederenaangifte over te leggen documenten, om door de douane gegrond geachte redenen, niet beschikbaar zijn, staat de douane toe dat deze documenten, op een later tijdstip, doch binnen een bepaalde termijn worden overgelegd.
3.18. Overgangsnorm
De douane staat toe dat de tot staving van de goederenaangifte over te leggen documenten haar met elektronische middelen worden toegezonden.
3.19. Norm
De douane verlangt geen vertaling van de gegevens in de tot staving over te leggen documenten, behalve wanneer zulks noodzakelijk is voor de afhandeling van de goederenaangifte.
Overlegging, geldigmaking en controle van de goederenaangifte
3.20. Norm
De douane staat toe dat de goederenaangifte aan om het even welk daartoe aangewezen douanekantoor wordt overgelegd.
3.21. Overgangsnorm
De douane staat toe dat de goederenaangifte met elektronische middelen wordt overgelegd.
3.22. Norm
De goederenaangifte wordt overgelegd tijdens de uren die de douane vaststelt.
3.23. Norm
Wanneer de nationale wetgeving een termijn voor het overleggen van de goederenaangifte vaststelt, dient deze voldoende ruim te zijn om de aangever in staat te stellen de goederenaangifte in te vullen en de tot staving van de aangifte vereiste documenten te verkrijgen.
3.24. Norm
Op verzoek van de aangever, en indien de redenen welke daaraan ten grondslag liggen door de douane gerechtvaardigd worden geacht, verlengt deze laatste de vastgestelde termijn voor het overleggen van de goederenaangifte.
3.25. Norm
In de nationale wetgeving worden bepalingen opgenomen die voorzien in de mogelijkheid tot overlegging, geldigmaking of controle van de goederenaangifte en de tot staving daarvan in te dienen documenten, voorafgaand aan de aankomst van de goederen.
3.26. Norm
Wanneer de douane niet in staat is de goederenaangifte geldig te maken, deelt zij de redenen daarvoor aan de aangever mede.
3.27. Norm
De douane staat de aangever toe een reeds overgelegde goederenaangifte te wijzigen, op voorwaarde dat wanneer het verzoek daartoe wordt ontvangen zij nog geen aanvang heeft gemaakt met de controle van de goederenaangifte of het onderzoek van de goederen.
3.28. Overgangsnorm
De douane staat de aangever toe de goederenaangifte te wijzigen indien het verzoek daartoe wordt ontvangen nadat een aanvang is gemaakt met de controle van de goederenaangifte, indien de douane de door de aangever opgegeven redenen gegrond acht.
3.29. Overgangsnorm
Het is de aangever toegestaan de goederenaangifte in te trekken en een aanvraag voor een andere douaneregeling in te dienen, op voorwaarde dat het verzoek daartoe aan de douane wordt gedaan vooraleer goederen zijn vrijgegeven en de douane de redenen van het verzoek gegrond acht.
3.30. Norm
De goederenaangifte wordt gecontroleerd op het tijdstip van geldigmaking of zo spoedig mogelijk daarna.
3.31. Norm
Bij de controle van de goederenaangifte verricht de douane slechts de handelingen die zij absoluut noodzakelijk acht voor de handhaving van de douanewetgeving.
Bijzondere procedures voor gevolmachtigden
3.32. Overgangsnorm
Voor gevolmachtigden die voldoen aan de door de douane vastgestelde criteria, die onder meer voorschrijven dat de betrokkene in het verleden geen overtredingen van de douanewetgeving heeft begaan en dat hij over een toereikende boekhouding beschikt, voorziet de douane in:
- —
vrijgave van de goederen nadat de informatie is verstrekt die minimaal noodzakelijk is om de goederen te identificeren en de goederenaangifte op een later tijdstip te vervolledigen;
- —
vrijmaking van de goederen in de bedrijfsruimten van de aangever of op enige andere door de douane goedgekeurde plaats;
en, bovendien, in zoverre mogelijk, andere bijzondere procedures zoals:
- —
de overlegging van een enkele goederenaangifte voor alle invoer of uitvoer in een bepaalde periode wanneer dezelfde persoon regelmatig goederen invoert of uitvoert;
- —
vaststelling van de verschuldigde rechten en heffingen door de gevolmachtigde zelf, en, in voorkomend geval, toezicht op de naleving van andere douanevoorschriften aan de hand van diens handelsadministratie;
- —
aangifte van de goederen door registratie in de boekhouding van de gevolmachtigde, met dien verstande dat achteraf een aanvullende goederenaangifte wordt overgelegd.
Onderzoek van de goederen
a. Termijn voor het onderzoek van de goederen
3.33. Norm
Wanneer de douane beslist de goederen aan een onderzoek te onderwerpen, geschiedt dit onderzoek zo spoedig mogelijk na de geldigmaking van de goederenaangifte.
3.34. Norm
Bij de organisatie van de door haar te verrichten onderzoeken, geeft de douane voorrang aan het onderzoek van levende dieren en aan bederf onderhevige goederen en andere goederen waarvan zij aanvaardt dat deze snel moeten worden vrijgegeven.
3.35. Overgangsnorm
Wanneer de goederen zowel door de douane als door andere autoriteiten onderzocht moeten worden, zorgt de douane ervoor dat deze inspecties worden gecoördineerd en, indien mogelijk, terzelfder tijd worden uitgevoerd.
b. Aanwezigheid van de aangever bij het onderzoek van de goederen
3.36. Norm
De douane neemt een verzoek van de aangever om aanwezig of vertegenwoordigd te zijn bij het onderzoek van de goederen in welwillende overweging. Behoudens buitengewone omstandigheden wordt een dergelijk verzoek ingewilligd.
3.37. Norm
Wanneer de douane zulks dienstig acht, verlangt zij van de aangever dat deze bij het onderzoek van de goederen aanwezig is of zich laat vertegenwoordigen ten einde de nodige bijstand te verlenen bij het onderzoek.
c. Monsterneming door de douane
3.38. Norm
Monsters worden enkel genomen wanneer de douane dit noodzakelijk acht om de tariefindeling en/of de waarde van de aangegeven goederen vast te stellen of de toepassing van andere bepalingen van de nationale wetgeving te waarborgen. De genomen monsters zijn zo klein mogelijk.
Fouten
3.39. Norm
De douane legt geen zware straften op voor kennelijk onopzettelijke fouten waarbij de betrokkene geen frauduleus oogmerk noch ernstige nalatigheid kan worden verweten.
Wanneer zij het noodzakelijk acht de herhaling van dergelijke fouten te ontmoedigen, kan zij een straf opleggen, die echter niet zwaarder mag zijn dan voor dit doeleinde noodzakelijk is.
Vrijgave van goederen
3.40. Norm
De aangegeven goederen worden vrijgegeven zodra de douane deze heeft onderzocht of heeft besloten deze niet te onderzoeken, op voorwaarde dat:
- —
geen overtreding is vastgesteld;
- —
de invoer- of uitvoervergunning en alle andere noodzakelijke documenten zijn verkregen;
- —
alle vergunningen voor de betrokken regeling zijn verkregen;
- —
alle rechten en heffingen zijn betaald of passende maatregelen zijn genomen om de invordering daarvan veilig te stellen.
3.41. Norm
Wanneer de douane de overtuiging is toegedaan dat de aangever achteraf alle formaliteiten in verband met de vrijmaking van de goederen zal vervullen, geeft zij de goederen vrij op voorwaarde dat de aangever een handelsdocument of officieel document voorlegt waarin de belangrijkste gegevens van de betrokken zending zijn vermeld en dat aanvaardbaar is voor de douane, alsmede dat, indien nodig, zekerheid is gesteld voor de verschuldigde rechten en heffingen.
3.42. Norm
Wanneer de douane besluit dat monsters aan een laboratoriumanalyse onderworpen moeten worden of dat gedetailleerde technische documenten of deskundig advies vereist zijn, geeft zij de goederen vrij vooraleer de resultaten van dit onderzoek bekend zijn, op voorwaarde dat de nodige zekerheid is gesteld en zij zich ervan heeft vergewist dat de goederen niet aan verboden of beperkingen zijn onderworpen.
3.43. Norm
Wanneer een overtreding is vastgesteld, geeft de douane de goederen vrij vooraleer de administratieve of gerechtelijke procedure voltooid is, op voorwaarde dat er geen mogelijkheid is dat de goederen worden aangeslagen of verbeurdverklaard of in een later stadium als bewijsmateriaal moeten dienen en de aangever de rechten en heffingen betaalt en zekerheid stelt voor alle aanvullende rechten en heffingen en alle boetes die kunnen worden opgelegd.
Afstand of vernietiging van goederen
3.44. Norm
Wanneer de goederen nog niet voor verbruik zijn vrijgegeven of zij onder een andere douaneregeling zijn geplaatst, en op voorwaarde dat geen overtreding is vastgesteld, is de betrokken persoon niet gehouden de rechten en heffingen te betalen of heeft hij recht op terugbetaling daarvan:
- —
wanneer, op zijn verzoek, de goederen aan de schatkist worden afgestaan of bij besluit van de douane onder douanetoezicht worden vernietigd of onbruikbaar worden gemaakt voor consumptie; de kosten hiervan komen ten laste van de betrokken persoon;
- —
wanneer de goederen worden vernietigd of ten gevolge van een ongeval of overmacht onherroepelijk teloor gaan, op voorwaarde dat deze vernietiging of dit verlies ten genoegen van de douane naar behoren worden vastgesteld;
- —
op tekortbevindingen die verband houden met de aard van de goederen wanneer dergelijke tekortbevindingen ten genoegen van de douane naar behoren zijn vastgesteld.
Na de vernietiging overblijvende resten en afvallen die ten verbruike worden aangegeven of worden uitgevoerd, zijn onderworpen aan de rechten en heffingen die van toepassing zijn op dergelijke resten en afvallen die in deze staat worden ingevoerd of uitgevoerd.
3.45. Overgangsnorm
Wanneer de douane goederen verkoopt die niet binnen de vastgestelde termijn zijn aangegeven of niet konden worden vrijgegeven hoewel geen overtreding werd vastgesteld, wordt de opbrengst van de verkoop, na aftrek van alle rechten en belastingen, en alle andere kosten en vergoedingen, overgemaakt aan de rechthebbenden, of, wanneer dit niet mogelijk is, gedurende een bepaalde periode te hunner beschikking gehouden.
Hoofdstuk 4. Rechten en heffingen
A. Vaststelling, invordering en betaling van rechten en heffingen
4.1. Norm
De nationale wetgeving stelt vast onder welke omstandigheden rechten en herringen verschuldigd zijn.
4.2. Norm
De termijn waarbinnen de verschuldigde rechten en heffingen worden vastgesteld, wordt in de nationale wetgeving bepaald. Deze vaststelling geschiedt zo spoedig mogelijk na overlegging van de goederenaangifte of nadat om enige andere reden rechten en heffingen verschuldigd zijn geworden.
4.3. Norm
De elementen waarop de vaststelling van de rechten en heffingen gebaseerd is en de voorwaarden waaronder dit geschiedt, worden in de nationale wetgeving vastgesteld.
4.4. Norm
Het tarief van de rechten en heffingen wordt in de officiële publicaties bekendgemaakt.
4.5. Norm
De nationale wetgeving stelt het tijdstip vast dat in aanmerking wordt genomen voor de vaststelling van de rechten en heffingen.
4.6. Norm
De nationale wetgeving stelt de wijze van betaling van de rechten en heffingen vast.
4.7. Norm
De nationale wetgeving bepaalt welke perso(o)n(en) aansprakelijk is (zijn) voor de betaling van de rechten en heffingen.
4.8. Norm
Plaats en datum van betaling worden in de nationale wetgeving vastgesteld.
4.9. Norm
Wanneer volgens de nationale wetgeving de vervaldatum een latere datum kan zijn dan de datum van vrijgave van de goederen, dan dient deze datum minstens 10 dagen later te zijn dan de datum van vrijgave. Voor de periode tussen de datum van vrijgave en de vervaldatum worden geen intresten aangerekend.
4.10. Norm
De nationale wetgeving stelt de termijn vast binnen dewelke de douane een vordering in rechte kan instellen met het oog op de invordering van de rechten en heffingen die op de vervaldatum niet zijn voldaan.
4.11. Norm
De nationale wetgeving bepaalt welke intresten worden geheven van de bedragen aan rechten en heffingen die op de vervaldatum nog niet zijn voldaan, evenals de voorwaarden waaronder deze interesten worden toegepast.
4.12. Norm
Wanneer de rechten en heffingen zijn voldaan, wordt aan diegene die de betaling heeft verricht een bewijs van betaling uitgereikt, tenzij er een ander bewijs van betaling voorhanden is.
4.13. Overgangsnorm
In de nationale wetgeving wordt een minimumwaarde en/of minimumbedrag van de in te vorderen rechten en heffingen vastgesteld. Beneden dit bedrag worden geen rechten en heffingen ingevorderd.
4.14. Norm
Wanneer de douane constateert dat als gevolg van fouten in de goederenaangifte of bij de vaststelling van de rechten en heffingen een lager bedrag aan rechten en heffingen werd ingevorderd dan wettelijk verschuldigd was, corrigeren zij deze fouten en vorderen zij het te weinig betaalde bedrag in. Is het te weinig betaalde bedrag evenwel lager dan het in de nationale wetgeving vastgestelde minimumbedrag, dan wordt dit bedrag door de douane niet ingevorderd.
B. Uitstel van betaling van rechten en heffingen
4.15. Norm
Wanneer de nationale wetgeving in uitstel van betaling van rechten en heffingen voorziet, worden in deze wetgeving de voorwaarden vastgesteld waaronder dit uitstel wordt verleend.
4.16. Norm
Voor uitstel van betaling worden in zoverre mogelijk geen intresten aangerekend.
4.17. Norm
De termijn van uitstel van betaling van de rechten en heffingen bedraagt minstens veertien dagen.
C. Terugbetaling van rechten en heffingen
4.18. Norm
Terugbetaling vindt plaats wanneer wordt vastgesteld dat als gevolg van een vergissing bij de vaststelling van de rechten en heffingen een te hoog bedrag werd ingevorderd.
4.19. Norm
Terugbetaling van rechten en heffingen wordt toegestaan voor ingevoerde of uitgevoerde goederen waarvan wordt vastgesteld dat zij op het tijdstip van invoer of van uitvoer gebreken vertoonden of anderzins[lees: anderszins] niet in overeenstemming waren met de overeengekomen specificaties en die, hetzij aan de leverancier, hetzij aan een andere door de leverancier aangewezen persoon worden teruggezonden, indien aan de hiernavolgende voorwaarden is voldaan:
- —
de goederen hebben in het land van invoer geen bewerkingen ondergaan en werden aldaar niet hersteld noch gebruikt en worden binnen een redelijke termijn wederuitgevoerd.
- —
de goederen hebben in het land waarnaar zij werden uitgevoerd geen bewerkingen ondergaan en werden aldaar niet hersteld noch gebruikt en worden binnen een redelijke termijn wederingevoerd.
Indien de goederen werden gebruikt, vormt dit geen beletsel voor terugbetaling op voorwaarde dat dit gebruik onontbeerlijk was om de gebreken of andere omstandigheden die de reden zijn van de wederuitvoer of de wederinvoer van de goederen aan het licht te brengen.
Indien de goederen niet wederuitgevoerd of wederingevoerd worden, kunnen zij aan de schatkist worden afgestaan of naar goeddunken van de douane worden vernietigd of ongeschikt worden gemaakt voor consumptie. Deze afstand of vernietiging mogen geen kosten voor de schatkist met zich brengen.
4.20. Overgangsnorm
Wanneer de douane toestemming geeft om goederen die oorspronkelijk werden aangegeven voor een douaneregeling waarbij rechten en heffingen werden betaald, onder een andere douaneregeling te plaatsen, wordt het bedrag van deze rechten en heffingen dat het bedrag van de uit hoofde van de nieuwe procedure verschuldigde rechten en heffingen overschrijdt, terugbetaald.
4.21. Norm
Op verzoeken om terugbetaling wordt zo snel mogelijk beschikt en het teveel betaalde wordt zo spoedig mogelijk na het onderzoek van de eis teruggegeven.
4.22. Norm
Wanneer de douane vaststelt dat de te hoge invordering het gevolg is van een vergissing van de douane bij de vaststelling van de rechten en heffingen, wordt het teveel ingevorderde bedrag met voorrang terugbetaald.
4.23. Norm
Wanneer termijnen worden vastgesteld na het verstrijken waarvan geen verzoeken om terugbetaling meer worden aanvaard, dienen deze termijnen voldoende lang te zijn opdat rekening kan worden gehouden met de uiteenlopende omstandigheden van elk geval waarin terugbetaling kan worden verleend.
4.24. Norm
Terugbetaling wordt niet verleend wanneer het betrokken bedrag lager is dan het in de nationale wetgeving vastgestelde minimumbedrag.
Hoofdstuk 5. Zekerheidstelling
5.1. Norm
De nationale wetgeving stelt de gevallen vast waarin zekerheid moet worden gesteld, evenals de vorm waarin dit dient te geschieden.
5.2. Norm
De douane stelt het bedrag van de zekerheid vast.
5.3. Norm
Een persoon die gehouden is zekerheid te stellen, kan dit doen in elke vorm die aanvaardbaar is voor de douane.
5.4. Norm
Indien de nationale wetgeving daarin voorziet, verlangt de douane geen zekerheidstelling wanneer zij de overtuiging is toegedaan dat aan een verplichting ten aanzien van de douane zal worden voldaan.
5.5. Norm
Wanneer zekerheid moet worden gesteld om te waarborgen dat aan de uit een douaneregeling voortvloeiende verplichtingen zal worden voldaan, aanvaardt de douane een doorlopende zekerheid, in het bijzonder van aangevers die regelmatig goederen aangeven bij verschillende kantoren in het douanegebied.
5.6. Norm
Wanneer zekerheid moet worden gesteld, is het bedrag daarvan zo laag mogelijk en, wanneer het een zekerheidstelling voor de betaling van rechten en heffingen betreft, niet hoger dan het bedrag dat maximaal verschuldigd kan zijn.
5.7. Norm
De gestelde zekerheid wordt vrijgegeven zo spoedig mogelijk nadat de douane zich ervan heeft vergewist dat aan de betrokken verplichtingen is voldaan.
Hoofdstuk 6. Douanecontrole
6.1. Norm
Alle goederen, met inbegrip van vervoermiddelen, die het douanegebied binnenkomen of verlaten, ongeacht of daarop rechten en heffingen van toepassing zijn, kunnen aan douanecontrole worden onderworpen.
6.2. Norm
De douanecontrole is beperkt tot hetgeen noodzakelijk is voor de handhaving van de douanewetgeving.
6.3. Norm
De douane maakt bij de douanecontroles gebruik van risicomanagement.
6.4. Norm
De douane maakt gebruik van risicoanalyse om te bepalen welke personen en goederen, met inbegrip van vervoermiddelen, aan een onderzoek dienen te worden onderworpen, alsmede om de reikwijdte van dit onderzoek vast te stellen.
6.5. Norm
De douane stelt ter ondersteuning van haar risicomanagement een strategie vast om te beoordelen in hoeverre de douanevoorschriften worden nageleefd.
6.6. Norm
De douanecontroles omvatten onder meer accountantscontroles.
6.7. Norm
De douanediensten werken zoveel mogelijk samen met andere douanediensten en trachten overeenkomsten inzake wederzijdse administratieve samenwerking te sluiten ten einde de douanecontroles doeltreffender te maken.
6.8. Norm
De douane werkt zoveel mogelijk samen met het bedrijfsleven en tracht convenanten te sluiten om de douanecontroles doeltreffender te maken.
6.9. Overgangsnorm
De douane maakt zoveel mogelijk gebruik van informatietechnologie en elektronische handel om de douanecontroles doeltreffender te maken.
6.10. Norm
De douane evalueert de handelssystemen van de bedrijven wanneer deze systemen van invloed zijn op de douanewerkzaamheden, teneinde de naleving van de douanevoorschriften veilig te stellen.
Hoofdstuk 7. Toepassing van informatietechnologie
7.1. Norm
De douane maakt bij haar werkzaamheden gebruik van informatietechnologie wanneer dit uit kostenoogpunt gerechtvaardigd is en doeltreffend voor de douane en het bedrijfsleven.
De douane stelt de voorwaarden vast waaronder van deze technologie wordt gebruikt.
7.2. Norm
Bij het gebruik van systemen voor elektronische gegevensverwerking past de douane de relevante in totaal aanvaarde normen toe.
7.3. Norm
De invoering van informatietechnologie geschiedt zoveel mogelijk in overleg met alle rechtstreeks betrokken partijen.
7.4. Norm
Nieuwe of herziene nationale wetgeving voorziet in:
- —
de mogelijkheid tot gebruikmaking van systemen van de elektronische handel als alternatief voor de op papieren documenten gebaseerde systemen;
- —
zowel elektronische als op papieren documenten gebaseerde authentiseringsmethoden;
- —
het recht van de douane informatie achter te houden voor haar eigen doeleinden, en, in voorkomend geval, deze informatie met alle andere douanediensten en alle andere wettelijk erkende partijen uit te wisselen met behulp van de systemen van de elektronische handel.
Hoofdstuk 8. Betrekkingen tussen de douane en derden
8.1. Norm
De betrokken personen hebben de keuze hun zaken rechtstreeks met de douane af te handelen of een derde persoon aan te wijzen die dit in hun naam doet.
8.2. Norm
De nationale wetgeving stelt de voorwaarden vast waaronder een persoon voor en namens een ander persoon zaken kan afhandelen met de douane en bepaalt de aansprakelijkheid van derden ten aanzien van de douane voor de betaling van de rechten en heffingen en voor eventuele onregelmatigheden.
8.3. Norm
Douanetransacties die door de betrokken persoon voor eigen rekening worden afgehandeld, worden niet minder gunstig behandeld of moeten niet aan strengere eisen voldoen dan douanetransacties die namens de betrokken persoon door een derde worden afgehandeld.
8.4. Norm
Een als derde aangewezen persoon heeft wat de afhandeling van zaken met de douane betreft dezelfde rechten als de persoon die hem heeft aangewezen.
8.5. Norm
De douane draagt zorg dat derden aan het formeel overleg van de douane met het bedrijfsleven deelnemen.
8.6. Norm
De douane bepaalt onder welke omstandigheden zij niet bereid is zaken af te handelen met derden.
8.7. Norm
De douane stelt de betrokken derde partij schriftelijk in kennis van haar besluit geen zaken af te handelen.
Hoofdstuk 9. Informatie, besluiten en beschikkingen van de douane
A. Algemene informatie
9.1. Norm
De douane draagt zorg dat alle relevante informatie van algemene toepassing in verband met de douanewetgeving steeds beschikbaar is voor elke belanghebbende.
9.2. Norm
Wanneer bepaalde informatie die werd verstrekt, gewijzigd moet worden als gevolg van wijzigingen in de douanewetgeving of in de administratieve regelingen of voorschriften, dan stelt de douane de herziene informatie voldoende tijd voor de inwerkingtreding van de wijziging ter beschikking zodat belanghebbenden daarmee rekening kunnen houden, behoudens in gevallen waarin wijzigingen niet vooraf kunnen worden bekendgemaakt.
9.3. Overgangsnorm
De douane maakt gebruik van informatietechnologie om de informatievoorziening te verbeteren.
B. Specifieke informatie
9.4. Norm
Op verzoek van de belanghebbende verstrekt de douane ten spoedigste zo nauwkeurig mogelijke informatie over specifieke zaken in verband met de douanewetgeving waaromtrent de belanghebbende vragen heeft gesteld.
9.5. Norm
De douane verstrekt niet enkel de gevraagde specifieke informatie, doch ook alle terzake dienende informatie waarvan de belanghebbende naar hun oordeel kennis dient te hebben.
9.6. Norm
Wanneer de douane informatie verstrekt, draagt zij zorg geen bijzonderheden van particuliere of vertrouwelijke aard in verband met de douane of derden bekend te maken, tenzij de nationale wetgeving dergelijke bekendmaking vereist of toestaat.
9.7. Norm
Wanneer de douane de informatie niet gratis kan verstrekken, is de gevraagde vergoeding beperkt tot bij benadering de kosten van de verleende diensten.
C. Besluiten en beschikkingen
9.8. Norm
Op schriftelijk verzoek van de betrokken persoon geeft de douane binnen de in de nationale wetgeving vastgestelde termijn schriftelijk kennis van een door haar genomen besluit. Wanneer het besluit nadelig is voor de betrokken persoon wordt dit met redenen omkleed en wordt de betrokkene in kennis gesteld van zijn recht op beroep.
9.9. Norm
De douane neemt op verzoek van belanghebbende bindende besluiten, op voorwaarde dat zij over alle door haar noodzakelijk geachte informatie beschikt.
Hoofdstuk 10. Beroep in douanezaken
A. Recht op beroep
10.1. Norm
De nationale wetgeving voorziet in een recht op beroep in douanezaken.
10.2. Norm
Elke persoon die door een besluit of verzuim van de douane rechtstreeks in zijn belang is getroffen, heeft recht op beroep.
10.3. Norm
Aan de persoon waarop een besluit of verzuim van de douane rechtstreeks betrekking heeft, worden op daartoe strekkend aan de douane gericht verzoek binnen de in de nationale wetgeving vastgestelde termijn de redenen van dit besluit of verzuim medegedeeld. In dergelijk geval kan al dan niet beroep worden ingesteld.
10.4. Norm
De nationale wetgeving voorziet in het recht op initieel beroep bij de douane.
10.5. Norm
Wanneer de douane het beroep onontvankelijk verklaart, heeft de betrokkene recht op hoger beroep bij een van de douaneadministratie onafhankelijke autoriteit.
10.6. Norm
In laatste instantie heeft de betrokkene recht op beroep bij een gerechtelijke instantie.
B. Vorm en motivering van het beroep
10.7. Norm
Een beroep wordt schriftelijk ingesteld met vermelding van de redenen welke eraan ten grondslag liggen.
10.8. Norm
Voor het instellen van beroep tegen een besluit van de douane wordt een termijn vastgesteld die voldoende lang is om betrokkene de gelegenheid te geven het betwiste besluit te onderzoeken en zijn beroep voor te bereiden.
10.9. Norm
Wanneer bij de douane beroep wordt ingesteld, verlangt deze niet automatisch dat al het bewijsmateriaal tezamen met het beroep wordt ingediend, doch kent zij, rekening houdend met de omstandigheden, een redelijke termijn toe voor de overlegging van dit bewijsmateriaal.
C. Behandeling van het beroep
10.10. Norm
De douane doet zo spoedig mogelijk uitspraak over een beroep en stelt de betrokkene daar zo spoedig mogelijk schriftelijk van in kennis.
10.11. Norm
Wanneer een beroep bij de douane onontvankelijk wordt verklaard, deelt de douane de redenen daarvoor schriftelijk mede en stelt zij de betrokkene in kennis van zijn recht op beroep bij een administratieve of onafhankelijke instantie en van de termijnen waarbinnen dit beroep moet worden ingesteld.
10.12. Norm
Wanneer een beroep ontvankelijk wordt verklaard, legt de douane haar besluit of de uitspraak van de onafhankelijke of gerechtelijke autoriteit zo spoedig mogelijk ten uitvoer, behalve in gevallen waarin de douane beroep instelt tegen de uitspraak.