Einde inhoudsopgave
Wet op de loonbelasting 1964
Artikel 19d [Aangewezen pensioenregeling]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2023
- Bronpublicatie:
03-06-2023, Stb. 2023, 216 (uitgifte: 30-06-2023, kamerstukken: 36067)
- Inwerkingtreding
01-07-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-06-2023, Stb. 2023, 218 (uitgifte: 30-06-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Loonbelasting / Pensioenregeling
Onze Minister kan, in overeenstemming met Onze Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, afwijkingen toestaan van het overigens in of krachtens dit hoofdstuk bepaalde door regelingen of groepen van regelingen aan te wijzen als pensioenregeling indien het een regeling betreft:
- a.
die op bepaalde onderdelen niet meer dan in geringe mate afwijkt van het overigens in of krachtens dit hoofdstuk bepaalde, mits het belang van de afwijkingen niet uitgaat boven het belang van de marges op andere onderdelen;
- b.
voor gemoedsbezwaarden met een ontheffing als bedoeld in artikel 64 van de Wet financiering sociale verzekeringen, die dient ter vervanging van een pensioenregeling;
- c.
voor een tijdelijk in Nederland wonende of werkzame werknemer en die regeling voldoet aan artikel 1.7, tweede lid, onderdeel c, van de Wet inkomstenbelasting 2001, mits de opbouw van het pensioen ingevolge die regeling tijdelijk in Nederland wordt voortgezet en het pensioen reeds was verzekerd bij een pensioenfonds of lichaam als bedoeld in artikel 19a, eerste lid, onderdelen c of d, in een periode waarin de werknemer niet in Nederland woonde of niet in Nederland een dienstbetrekking vervulde;
- d.
waarvoor door De Nederlandsche Bank of de Autoriteit Financiële Markten maatregelen zijn opgelegd, of waarvoor een rechterlijke uitspraak heeft plaatsgevonden, op grond waarvan de regeling in overeenstemming moet worden gebracht met de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling of op die wetten gebaseerde bepalingen.
Zo nodig kunnen aanvullende voorwaarden worden gesteld.