V-N 2016/67.11
Ondanks duidelijkheid zijn er volgens A-G proceseconomische redenen om Duitse UCITS-zaak voor te leggen aan HvJ EU
HR (Parket) 09-11-2016, ECLI:NL:PHR:2016:1106, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad (Parket)
- Datum
9 november 2016
- Zaaknummer
16/03954
- Conclusie
A-G Wattel
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS925175:1
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Belastingen EU
Dividendbelasting / Algemeen
Dividendbelasting / Inhoudingsvrijstelling
Vennootschapsbelasting / Beleggingsinstelling
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:342, Uitspraak, Hoge Raad, 03‑03‑2017
ECLI:NL:PHR:2016:1106, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 09‑11‑2016
- Wetingang
Essentie
Advocaat-generaal Wattel concludeert dat er voor de Hoge Raad geen aanleiding bestaat om terug te komen van zijn arrest van 10 juli 2015. Om proceseconomische redenen adviseert de A-G toch om het Hof van Justitie EU bevestiging te vragen van de EU-rechtelijke juistheid van het arrest van 10 juli 2015.
Samenvatting
X, een Publikum Sondervermögen (beleggingsfonds), is naar Duits recht opgericht en in Duitsland gevestigd, en is een UCITS (Undertaking for Collective Investment in Transferable Securities)-fonds. De aandelen van X zijn beursgenoteerd. De participanten in X kunnen deelnemen in haar bezittingen door het kopen van aandelen, via een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.