NJ 1934, p. 990
Nlet-inachtneming van den vorm van art. 285, lid 2, Sv. Openen van een autoportier aan de rijzijde. „Verrichting" in den zin van art, 427, 3°, Sr.
HR 19-02-1934, ECLI:NL:HR:1934:66
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 februari 1934
- Magistraten
Mrs. Jhr. Feith, Taverne, Schepel, Kirberger en Donner
- Zaaknummer
[19021934/NJ_1934,_p._990]
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS104314:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1934:66, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑02‑1934
- Wetingang
Essentie
Nlet-inachtneming van den vorm van art. 285, lid 2, Sv. Openen van een autoportier aan de rijzijde. „Verrichting" in den zin van art, 427, 3°, Sr.
Samenvatting
Het inachtnemen van het bepaalde in art. 285, lid 2 Sv. is niet op straffe van nietigheid voorgeschreven, terwijl hier — gelet op de andere waarborgen, welke het Wetb. v. Strafv. kent en waarvan enkele uitdrukkelijk op straffe van nietigheid zijn gegeven (artt. 311, lid 4, 330) — zeker niet kan worden gezegd, dat de onderhavige vorm van zóó wezenlijke beteektnis is, dat de niet-inachtneming daarvan niettemin tot nietigheid zou moeten ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.