Einde inhoudsopgave
Burgerlijk Wetboek Boek 2
Artikel 341a [Verbintenis tot ongedaanmaking]
Geldend
Geldend van 01-10-2012 tot 01-01-2025
- Bronpublicatie:
18-06-2012, Stb. 2012, 299 (uitgifte: 05-07-2012, kamerstukken: 31058)
- Inwerkingtreding
01-10-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-06-2012, Stb. 2012, 301 (uitgifte: 05-07-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt in werking op een krachtens art. VI.4 van de Invoeringswet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht (18-06-2012, Stb. 300) bepaald tijdstip.
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
Burgerlijk procesrecht / Rechtspleging van onderscheiden aard
1.
Wordt een vonnis als bedoeld in artikel 340 lid 1 na het instellen van een rechtsmiddel vernietigd, dan blijft de rechtsgrond voor op grond van dat vonnis verrichte handelingen in stand, maar ontstaat voor partijen een verbintenis tot ongedaanmaking van de reeds ingetreden gevolgen.
2.
Indien de reeds ingetreden gevolgen bezwaarlijk ongedaan kunnen worden gemaakt of de billijkheid zulks anderszins vordert, kan de rechter desgevraagd de verplichting tot ongedaanmaking beperken of uitsluiten. Hij kan aan een partij die daardoor onbillijk wordt bevoordeeld, de verplichting opleggen tot een uitkering in geld aan de partij die benadeeld wordt.