RN 2020/15
Burenrecht. Kunnen buren op grond van art. 5:49 BW vorderen dat een coniferenhaag wordt vervangen door een scheidsmuur?
HR 06-12-2019, ECLI:NL:HR:2019:1907
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
6 december 2019
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, M.V. Polak, C.E. du Perron, M.J. Kroeze, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
18/02194
- Conclusie
A-G mr. E.B. Rank-Berenschot
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS187780:1
- Vakgebied(en)
Goederenrecht / Burenrecht en mandeligheid
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1907, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 06‑12‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:689, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑06‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑06‑2018
- Wetingang
Essentie
Burenrecht. Erfafscheiding.
Kunnen buren op grond van art. 5:49 BW vorderen dat een coniferenhaag wordt vervangen door een scheidsmuur?
Samenvatting
Eisers in cassatie en verweerder in cassatie zijn buren. Op de juridische erfgrens tussen deze percelen staat een coniferenhaag. Met een beroep op art. 5:49 BW vordert verweerder om zijn buren te veroordelen de coniferenhaag binnen veertien dagen te verwijderen, althans deze terug te plaatsen tot op een afstand van minimaal twee meter van de erfgrens en de buren te veroordelen zijn medewerking te verlenen aan het voor gezamenlijke rekening van partijen oprichten van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.