Einde inhoudsopgave
Wet buitengewoon pensioen 1940–1945
Artikel 4
Geldend
Geldend vanaf 01-07-1990
- Bronpublicatie:
27-06-1990, Stb. 1990, 324 (uitgifte: 01-01-1990, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 21512 Overheid.nl: 21512)
- Inwerkingtreding
01-07-1990
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-06-1990, Stb. 1990, 324 (uitgifte: 01-01-1990, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 21512Overheid.nl: 21512)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Ministerie van Financiën
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid ouderen / Pensioen
Sociale zekerheid ouderen / Bijzondere onderwerpen
1.
De deelnemer aan het verzet heeft recht op buitengewoon pensioen in geval van:
- a.
verwonding of verminking, in verband met het verzet bekomen;
- b.
ziekten of gebreken, welke geheel of gedeeltelijk het gevolg zijn van verrichtingen of vermoeienissen aan dit verzet verbonden, of van de behandeling ondervonden tijdens gevangenschap ter zake van het verzet, of van bijzondere omstandigheden of toestanden, welke zich bij het verzet hebben voorgedaan, dan wel welke tot uiting zijn gekomen of verergerd onder overwegende invloed van die verrichtingen, vermoeienissen, behandeling, bijzondere omstandigheden of toestanden;
een en ander onder voorbehoud, dat de toestand van de belanghebbende tengevolge van deze verwonding, verminking, ziekten of gebreken blijken een invaliditeit te veroorzaken van ten minste 10 procent.
2.
Indien de in het eerste lid bedoelde verwonding, verminking, ziekten of gebreken een invaliditeit veroorzaken van tenminste veertig procent, doch het totaal der invaliditeit een hoger percentage bedraagt, geldt voor de vaststelling van de mate van invaliditeit waarnaar het buitengewoon pensioen wordt berekend, dit hoger percentage, voorzoveel de meerdere invaliditeit niet duidelijk uit andere oorzaken dan het verzet is ontstaan.
3.
Het verband of gevolg, bedoeld in het eerste lid, wordt geacht aanwezig te zijn indien de deelnemer aan het verzet:
- a.
tijdens de bezetting of in aansluiting daarop in verband met het verzet drie maanden of langer in gevangenschap heeft doorgebracht dan wel naar het oordeel van de Raad, de Stichting 1940–1945 gehoord, in verband met de aard van zijn verzetsactiviteiten aan buitengewoon zware en langdurige spanningen heeft blootgestaan en
- b.
voor tenminste zestig procent invalide is en deze invaliditeit niet duidelijk uit andere oorzaken dan het verzet is ontstaan.
4.
Bij toepassing van dit artikel wordt rekening gehouden met de inzichten en ervaringen van de medische wetenschap met betrekking tot de relatie tussen het verzet en de geestelijke en lichamelijke gezondheidstoestand.