Belastingblad 2022/437
Overschrijding van de redelijke termijn leidt op de voet van art. 17 lid 1 Grondwet tot een immateriële schadevergoeding. WOZ-waarde wordt schattenderwijs vastgesteld, nu zowel de heffingsambtenaar als belanghebbende de door hen bepleite waarde niet aannemelijk hebben gemaakt.
Rb. Midden-Nederland 30-09-2022, ECLI:NL:RBMNE:2022:4053, m.nt. R.T. Wiegerink
- Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
- Datum
30 september 2022
- Magistraten
Mrs. J.R. van Es-de Vries, K. de Meulder, J.G.E. Gieskes
- Zaaknummer
UTR_21_3599 en UTR_21_3722
- Noot
R.T. Wiegerink
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS676624:1
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBMNE:2022:4053, Uitspraak, Rechtbank Midden-Nederland, 30‑09‑2022
Essentie
Overschrijding van de redelijke termijn leidt op de voet van art. 17 lid 1 Grondwet tot een immateriële schadevergoeding. WOZ-waarde wordt schattenderwijs vastgesteld, nu zowel de heffingsambtenaar als belanghebbende de door hen bepleite waarde niet aannemelijk hebben gemaakt.
Uitspraak
Uitspraak
in de zaak tussen
[eiseres] , gevestigd in [vestigingsplaats] , eiseres
(gemachtigde: P.J.T. Loijen)
en
de heffingsambtenaar van de gemeente [gemeente] , verweerder
(gemachtigde: mr. T. Klinkhamer).
Inleiding
1.
De heffingsambtenaar heeft de waarde van onder andere de onroerende zaken aan de [adres 1] en de [adres 2] in [vestigingsplaats] op grond van de Wet waardering ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.