NJ 2020/223
Huwelijksvermogensrecht. Afwikkeling periodiek verrekenbeding na echtscheiding (art. 1:141 BW). (Her)belegging (art. 1:136 BW); vermogensvermeerdering; begroting te verrekenen bedrag; methoden; omvang cassatiecontrole. Uitleg verrekenbeding; maatstaf; inkomensbegrip; stamrecht.
HR 13-03-2020, ECLI:NL:HR:2020:417, m.nt. L.C.A. Verstappen
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
13 maart 2020
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, M.V. Polak, C.E. du Perron, C.H. Sieburgh, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
18/04213
- Conclusie
A-G mr. M.L.C.C. Lückers
- Noot
L.C.A. Verstappen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS203870:1
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:417, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 13‑03‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:919, Conclusie, Hoge Raad, 20‑09‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 03‑10‑2018
- Wetingang
Art. 1:136, 1:141, 3:35 BW
Essentie
Huwelijksvermogensrecht. Afwikkeling periodiek verrekenbeding na echtscheiding (art. 1:141 BW). (Her)belegging (art. 1:136 BW); vermogensvermeerdering; begroting te verrekenen bedrag; methoden; omvang cassatiecontrole. Uitleg verrekenbeding; maatstaf; inkomensbegrip; stamrecht.
Samenvatting
De wettelijke regeling inzake verrekenbedingen (art. 1:132-143 BW) bevat geen voorschriften die bepalen op welke wijze moet worden vastgesteld in hoeverre sprake is van vermogensvermeerdering door belegging en herbelegging van overgespaard inkomen. Daarvoor zijn in de rechtspraak van de Hoge Raad evenmin vaste regels ontwikkeld. Volgens die rechtspraak dient de rechter het te verrekenen bedrag te ‘begroten’ (vgl. HR 2 maart 2001, NJ ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.