RF 2023/81
Kan een vordering tot verwijdering van persoonsgegevens in kort geding worden toegewezen nadat de bezwaartermijn daarvoor is verstreken?
HR 15-09-2023, ECLI:NL:HR:2023:1216
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
15 september 2023
- Magistraten
Mrs. H.M. Wattendorff, A.E.B. ter Heide, S.J. Schaafsma, F.R. Salomons, K. Teuben
- Zaaknummer
22/03293
- Conclusie
A-G i.b.d. mr. F.F. Langemeijer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS930880:1
- Vakgebied(en)
Privacy / Verwerking persoonsgegevens
Burgerlijk procesrecht / Overige rechtsmiddelen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:1216, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 15‑09‑2023
ECLI:NL:PHR:2022:1154, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑12‑2022
- Wetingang
Essentie
Cassatie in het belang der wet.
Kan een vordering tot verwijdering van persoonsgegevens in kort geding worden toegewezen nadat de termijn als bedoeld in art. 35 lid 2 Uitvoeringswet AVG is verstreken? Welke eisen gelden voor onderbouwing van het spoedeisend belang?
Samenvatting
X heeft in 2002 bij ING (de bank) een Studentenkrediet afgesloten. Vanwege betalingsachterstanden registreerde in 2004 drie bijzonderheidscodes ten aanzien van X in het BKR. Vervolgens troffen partijen een regeling, en na het einde daarvan in 2017 registreerde de bank in het BKR dat het Studentenkrediet was afgelost. Omdat dit nog vijf jaar zichtbaar ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.