Einde inhoudsopgave
Besluit vaststelling algemene maatregel van bestuur ex artikel 23 Wet gemeentelijke herindeling Noordwest-Overijssel
Artikel 2
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1994
- Redactionele toelichting
Deze wijziging treedt tegelijk in werking met de Algemene wet bestuursrecht (04-06-1992, Stb. 315).
- Bronpublicatie:
16-12-1993, Stb. 1993, 683 (uitgifte: 01-01-1993, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-1994
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-12-1993, Stb. 1993, 693 (uitgifte: 01-01-1993, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Decentralisatie
1.
Dit besluit verstaat onder diensttijd: de diensttijd die aan het ontslag voorafgaat en die medetelt voor de pensioenberekening krachtens de pensioenwet of als zodanig zou medetellen, wanneer die tijd door inkoop voor pensioen geldig zou zijn verklaard, met uitzondering van de tijd:
- a.
die voorafgaat aan een ontslag uit een betrekking waaraan een functioneel leeftijdsontslag is verbonden, mits uit hoofde van dat ontslag een uitkering is toegekend;
- b.
die in aanmerking is genomen bij de berekening van de duur van een wachtgeld of van een uitkering ter zake van onvrijwillige werkloosheid ten laste van de overheid, tenzij voor de toepassing van artikel 5, tweede lid en van artikel 6, tweede lid;
- c.
die voorafgaat aan een onderbreking in de diensttijd door ontslag van langer dan een jaar, tenzij voor de toepassing van artikel 5, tweede lid en van artikel 6, tweede lid;
- d.
bedoeld in artikel D4 van de pensioenwet;
- e.
in een aangehouden betrekking.
2.
Voor de toepassing van het eerste lid, van artikel 5a, derde lid en van artikel 6, tweede lid, geldt ten aanzien van de diensttijd bedoeld in artikel D1, tweede lid, van de pensioenwet, dat betrokkene geacht wordt het in artikel D2 van die wet bedoelde verzoek aan het bestuur te hebben gedaan.
3.
Dit besluit verstaat mede onder diensttijd de diensttijd die aan het ontslag voorafgaat in een betrekking waarin betrokkene krachtens artikel B7, onder a, van de pensioenwet geen ambtenaar in de zin van die wet is, mits het ontslag uit die betrekking is verleend.
4.
Indien en voor zover diensttijd die bij de berekening van het wachtgeld in aanmerking is genomen, met een overheidspensioen, anders dan ten laste van het Algemeen burgerlijk pensioenfonds, wordt vergolden, worden de duur en het bedrag van het wachtgeld, met ingang van de dag waarop dit pensioen is ingegaan, herberekend, waarbij die diensttijd buiten beschouwing wordt gelaten.