NJ 1939/367
Gebruik maken van een vervalscht orderbriefje. Het nadeel. Het gebruik maken van het geschrift. De qualificatie.
HR 14-11-1938, ECLI:NL:HR:1938:19, m.nt. Prof. Mr. W.P.J. Pompe
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
14 november 1938
- Magistraten
Mrs. Visser, Taverne, de Menthon Bake, Servatius en van der Meulen
- Zaaknummer
[14111938/NJ_1939-367]
- Conclusie
Mr. Rombach
- Noot
Prof. Mr. W.P.J. Pompe
- JCDI
JCDI:ADS130715:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1938:19, Uitspraak, Hoge Raad, 14‑11‑1938
- Wetingang
Essentie
Gebruik maken van een vervalscht orderbriefje. Het nadeel. Het gebruik maken van het geschrift. De qualificatie.
Samenvatting
Het betoog van req., dat aan het vervalscht geschrift [een orderbriefje, waarin na onderteekening valschelijk meer is ingevuld dan besteld werd], overgelegd na de pleidooien tot staving van een feit en nog wel door een persoon die in het geding niet als partij staat, nadeel voor get. Duyf niet zou kunnen voortvloeien, faalt, daar de wet een dergelijke overlegging niet verbiedt, noch den rechter onder alle omstandigheden de bevoegdheid ontzegt op een aldus overgelegd stuk acht te slaan, terwijl uit het bewezen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.