Einde inhoudsopgave
Regeling inburgering 2021
Artikel 3.7 Wijze van examinering
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2022
- Bronpublicatie:
13-08-2021, Stcrt. 2021, 38863 (uitgifte: 01-09-2021, regelingnummer: 2021-0000130089)
- Inwerkingtreding
01-01-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-11-2021, Stb. 2021, 586 (uitgifte: 03-12-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met de Wet inburgering 2021 (02-12-2020, Stb. 2021, 38).
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Algemeen
Inburgering (V)
Inburgering / Inburgeringsvoorzieningen
1.
De onderdelen leesvaardigheid, luistervaardigheid en spreekvaardigheid van het examen, bedoeld in artikel 3.3, aanhef en onderdeel a, b en d van het besluit, op het niveau A2 worden afgelegd door middel van een door de Minister beheerd geautomatiseerd systeem.
2.
Het onderdeel schrijfvaardigheid van het examen, bedoeld in artikel 3.3, aanhef en onderdeel c, van het besluit, op het niveau A2 wordt schriftelijk afgelegd.
3.
Het examen kennis van de Nederlandse maatschappij, bedoeld in artikel 3.5, tweede lid, onderdeel a, van het besluit, wordt afgelegd door middel van een door de Minister beheerd geautomatiseerd systeem.