JAR 2015/288
Vertrekvergoeding vaststellingsovereenkomst niet nietig op grond Wbfo. Wbfo buiten toepassing wegens strijd met rechtszekerheidsbeginsel.
Rb. Noord-Holland 19-10-2015, ECLI:NL:RBNHO:2015:10443
- Instantie
Rechtbank Noord-Holland
- Datum
19 oktober 2015
- Magistraten
Mr. A.E. Merkus
- Zaaknummer
4409131 KG EXPL 15-149
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht / Algemeen
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Ondernemingsrecht / Corporate governance
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBNHO:2015:10443, Uitspraak, Rechtbank Noord-Holland, 19‑10‑2015
- Wetingang
Art. 1:125, 1:23 Wft; art. 7:902, 3:40 BW; art. 1 EP
Essentie
Kort geding. Werknemer is statutair directeur bedrijfsmanagement bij Rabobank Alkmaar. Eind 2014 heeft de RvC van Rabobank aan werknemer medegedeeld de samenwerking te willen beëindigen. Partijen hebben onderhandeld over de voorwaarden van deze beëindiging en hebben op 14 januari 2015 een vaststellingsovereenkomst gesloten. Daarin is bepaald dat de arbeidsovereenkomst per 1 augustus 2015 zal eindigen en dat aan werknemer een vergoeding wordt toegekend van € 450.000. De Wet beloningsbeleid financiële ondernemingen (‘Wbfo’), die is opgenomen in de Wft, is met terugwerkende kracht per 1 januari 2015 in werking getreden. Op grond van de Wbfo worden vertrekvergoedingen gemaximeerd op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.