Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake de toegang tot de rechter in internationale gevallen
Artikel 16 [Verzendende autoriteit kostenveroordelingen]
Geldend
Geldend vanaf 01-05-1988
- Bronpublicatie:
25-10-1980, Trb. 1989, 114 (uitgifte: 21-09-1989, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-05-1988
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-10-1980, Trb. 1989, 114 (uitgifte: 21-09-1989, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
1.
Iedere Verdragsluitende Staat wijst een of meer autoriteiten aan, belast met het verzenden naar de bevoegde centrale autoriteit in de aangezochte Staat van de in artikel 15 bedoelde verzoeken om uitvoerbaarverklaring.
2.
Iedere Verdragsluitende Staat wijst een centrale autoriteit aan om zulke verzoeken in ontvangst te nemen en om passende maatregelen te treffen opdat daarop een onherroepelijke beslissing wordt genomen.
3.
Federale Staten en Staten met meer dan een rechtsstelsel kunnen meer dan een centrale autoriteit aanwijzen. Indien de centrale autoriteit waarbij een verzoek wordt ingediend, niet bevoegd is het te behandelen, dient deze het verzoek door te zenden naar de centrale autoriteit in de aangezochte Staat, die daartoe wel bevoegd is.
4.
Verzoeken, ingevolge dit artikel ingediend, worden doorgezonden zonder tussenkomst van enige andere instantie. Dit laat evenwel de mogelijkheid, een verzoek langs diplomatieke weg te verzenden, onverlet.
5.
Het bepaalde in dit artikel laat het recht van de schuldeiser om een verzoek rechtstreeks in te dienen onverlet, tenzij de aangezochte Staat heeft verklaard aldus ingediende verzoeken niet te aanvaarden.