NJB 2014/155
Noodweer(exces) art. 41 Sr tegen verbalisant tijdens onrechtmatige aanhouding: zonder motivering niet begrijpelijk oordeel dat ‘niet aannemelijk is geworden dat de verdachte heeft gehandeld ter noodzakelijke verdediging van zichzelf tegen een ogenblikkelijke, wederrechtelijke aanranding’
HR 17-12-2013, ECLI:NL:HR:2013:1973
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
17 december 2013
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, W.F. Groos, V. van den Brink
- Zaaknummer
12/02723
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:1973, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 17‑12‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:1953, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑10‑2013
- Wetingang
(Sr art. 41)
Essentie
Noodweer(exces) art. 41 Sr tegen verbalisant tijdens onrechtmatige aanhouding: zonder motivering niet begrijpelijk oordeel dat ‘niet aannemelijk is geworden dat de verdachte heeft gehandeld ter noodzakelijke verdediging van zichzelf tegen een ogenblikkelijke, wederrechtelijke aanranding’
Uitspraak
Inleiding:
Verdachte is veroordeeld omdat hij – kort gezegd – opzettelijk mishandelend [verbalisant 1] tegen het lichaam heeft geschopt, waardoor voornoemde [verbalisant 1] letsel heeft bekomen en pijn heeft ondervonden. In hoger beroep heeft de raadsman van de verdachte ondermeer aangevoerd: ‘Indien Uw Hof al meent dat cliënt de hem verweten handelingen heeft verricht, dan meent de verdediging dat hij heeft gehandeld uit noodweer c.q. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.