Rb. Almelo, 10-02-2004, nr. 08/004811-03
ECLI:NL:RBALM:2004:AO3589
- Instantie
Rechtbank Almelo
- Datum
10-02-2004
- Zaaknummer
08/004811-03
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBALM:2004:AO3589, Uitspraak, Rechtbank Almelo, 10‑02‑2004; (Eerste aanleg - meervoudig)
Uitspraak 10‑02‑2004
Inhoudsindicatie
de verdachte staat terecht op drie beschuldigingen van "stalking" (of zoals de wet het noemt: belaging) en op de beschuldiging dat hij kinderporno op zijn computer en op cd-roms had staan. De rechtbank acht twee gevallen van belaging niet bewezen. Het wel bewezen geval van belaging werd gepleegd gedurende vele maanden, was zeer lastig voor de betrokkene en kreeg een bedreigend karakter. daardoor was het ingrijpend in de persoonlijke levenssfeer. Aan de verdachte, die in licht verminderde mate toerekeningsvatbaar is, wordt een straf opgelegd van 24 maanden gevangenisstraf, waarvan 8 voorwaardelijk. Hij moet zich gedurende de proeftijd van 2 jaar aan toezicht van de reclassering houden, ook als dat een behandeling voor zijn persoonlijkheidsproblematiek inhoudt. Verder moet de verdachte schade vergoeden aan de betrokkene.
RECHTBANK ALMELO
Parketnummer: 4811-03
STRAFVONNIS
Uitspraak: 10-2-2004
De rechtbank te Almelo, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie in het arrondissement Almelo, tegen:
[verdachte]
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum 1965],
wonende te [woonplaats],
thans verblijvende in het huis van bewaring te [vestigingsplaats HvB],
terechtstaande terzake dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 01 juli 2003 tot en met 30 oktober 2003,
te [plaats], in de gemeente [gemeente], en/althans (elders) in Nederland,
wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de
persoonlijke levenssfeer van een ander, te weten van [benadeelde 1], met het oogmerk
om genoemde [benadeelde 1] te dwingen een relatie en/of een vriendschap met hem,
verdachte, aan te gaan en/of te blijven onderhouden, en/of om contact met hem,
verdachte, op te nemen en/of om met hem, verdachte, te spreken en/of te bellen
en/of te sms'en en/of te chatten, en/of om aan hem, verdachte, een string
en/of een slipje te geven of af te staan, en/of
om genoemde [benadeelde 1] vrees aan te jagen, en/of
om genoemde [benadeelde 1] te dwingen te dulden, dat hij, verdachte, veelvuldig
SMS-berichten en/of briefjes naar haar verzond, en/of veelvuldig contact met
haar zocht, en/of haar veelvuldig observeerde,
immers heeft hij (daartoe) (toen) (aldaar):
= in of omstreeks voornoemde periode veelvuldig SMS-berichten en/of briefjes
verzonden aan genoemde [benadeelde 1], en/of
= in of omstreeks voornoemde periode veelvuldig telefonisch contact gezocht
met genoemde [benadeelde 1], en/of
= in of omstreeks voornoemde periode genoemde [benadeelde 1] veelvuldig vanuit zijn,
verdachtes, woning geobserveerd en/of van genoemde [benadeelde 1] foto's en/of
video-opnames gemaakt, en/of
= in of omstreeks voornoemde periode meermalen - door middel van
SMS-berichten - bedreigingen geuit jegens genoemde [benadeelde 1], en/of
= in of omstreeks voornoemde periode meermalen de auto van genoemde [benadeelde 1]
beklad en/of beschadigd en/of met verf en/of beits en/of olie en/of eieren,
althans andere goederen, besmeurd;
2.
hij in of omstreeks de periode van 01 augustus 2002 tot 15 juli 2003,
te [plaats], in de gemeente [gemeente], en/althans (elders) in Nederland,
wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de
persoonlijke levenssfeer van een ander, te weten van [benadeelde 2], met het
oogmerk
om genoemde [benadeelde 2] te dwingen een relatie en/of een vriendschap met hem,
verdachte, aan te gaan en/of te blijven onderhouden, en/of om contact met hem,
verdachte, op te nemen en/of om met hem, verdachte, te spreken en/of te bellen
en/of te sms'en en/of te e-mailen, en/of om aan hem, verdachte, een of meer
foto's te geven of af te staan, en/of
om genoemde [benadeelde 2] vrees aan te jagen, en/of
om genoemde [benadeelde 2] te dwingen te dulden, dat hij, verdachte, veelvuldig
SMS-berichten en/of e-mailberichten naar haar verzond, en/of veelvuldig
contact met haar zocht,
immers heeft hij (daartoe) (toen) (aldaar):
= in of omstreeks voornoemde periode veelvuldig SMS-berichten en/of
e-mailberichten verzonden aan genoemde [benadeelde 2], en/of
= in of omstreeks voornoemde periode veelvuldig telefonisch contact gezocht
met genoemde [benadeelde 2], en/of
= in of omstreeks voornoemde periode meermalen - door middel van SMS-berichten
en/of e-mailberichten en/of telefoongesprekken - bedreigingen geuit jegens
genoemde [benadeelde 2];
3.
hij in of omstreeks de maand augustus 2002, althans in het jaar 2002,
te [plaats], in de gemeente [gemeente], en/althans (elders) in Nederland,
wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de
persoonlijke levenssfeer van een ander, te weten van [benadeelde 3], met het
oogmerk
om genoemde [benadeelde 3] te dwingen een relatie en/of een vriendschap met hem,
verdachte, aan te gaan en/of te blijven onderhouden, en/of om contact met hem,
verdachte, op te nemen en/of om met hem, verdachte, te spreken en/of te bellen
en/of te sms'en, en/of
om genoemde [benadeelde 3] vrees aan te jagen, en/of
om genoemde [benadeelde 3] te dwingen te dulden, dat hij, verdachte, veelvuldig
SMS-berichten naar haar verzond, en/of veelvuldig contact met haar zocht,
immers heeft hij (daartoe) (toen) (aldaar):
= in of omstreeks voornoemde periode veelvuldig SMS-berichten verzonden aan
genoemde [benadeelde 3], en/of
= in of omstreeks voornoemde periode veelvuldig telefonisch contact gezocht
met genoemde [benadeelde 3], en/of
= in of omstreeks voornoemde periode meermalen - door middel van SMS-berichten
- bedreigingen geuit jegens genoemde [benadeelde 3];
4.
hij op of omstreeks 30 oktober 2003, althans in de maand oktober 2003,
te [plaats], in de gemeente [gemeente], in elk geval in Nederland,
meermalen althans eenmaal, (telkens)
tezamen en in vereniging met één of meer anderen, althans alleen,
één of meermalen een afbeelding en/of een gegevensdrager, bevattende één of
meer afbeeldingen van seksuele gedragingen,
bij welke vorenbedoelde afbeelding(en) (telkens) een persoon die kennelijk de
leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar
was betrokken (telkens) heeft verspreid en/of vervaardigd en/of ingevoerd
en/of uitgevoerd en/of in bezit heeft gehad;
Gezien de stukken;
Gelet op het onderzoek ter terechtzitting;
Gehoord de vordering van de officier van justitie;
Gelet op de verdediging door en namens verdachte gevoerd;
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan verdachte
sub 2 en sub 3 is tenlastegelegd, zodat hij daarvan behoort te worden
vrijgesproken.
Met name is het gestelde in de tenlasteleggingen omtrent het 'oogmerk' onvoldoende bewezen, mede gezien de inhoud van de door verdachte gebezigde (op zich voor de ontvangsters wel vervelend of lastig zijnde) berichten en de telefoontjes.
De rechtbank is door de inhoud van wettige bewijsmiddelen -die in de gevallen waarin de wet aanvulling van dit (verkorte) vonnis met de bewijsmiddelen
vereist, in een aan dit vonnis te hechten bijlage zullen worden opgenomen-
waarop na te melden beslissing steunt, tot de overtuiging gekomen en acht wettig bewezen dat verdachte het sub 1 en sub 4 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij in de periode van 01 juli 2003 tot en met 30 oktober 2003, te [plaats], in de gemeente [gemeente], wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van een ander, te weten van [benadeelde 1], met het oogmerk om genoemde [benadeelde 1] te dwingen om contact met hem, verdachte, op te nemen en om met hem, verdachte, te bellen en te sms'en en om aan hem, verdachte, een string te geven en om genoemde [benadeelde 1] vrees aan te jagen, en om genoemde [benadeelde 1] te dwingen te dulden, dat hij, verdachte, veelvuldig
SMS-berichten en briefjes naar haar verzond, en veelvuldig contact met haar zocht, en haar veelvuldig observeerde, immers heeft hij daartoe:
= in voornoemde periode veelvuldig SMS-berichten en briefjes verzonden aan genoemde [benadeelde 1], en
= in voornoemde periode veelvuldig telefonisch contact gezocht met genoemde [benadeelde 1], en
= in voornoemde periode genoemde [benadeelde 1] veelvuldig vanuit zijn, verdachtes, woning geobserveerd en video-opnames gemaakt, en
= in voornoemde periode meermalen - door middel van SMS-berichten -bedreigingen geuit jegens genoemde [benadeelde 1], en
= in voornoemde periode meermalen de auto van genoemde [benadeelde 1] beklad en beschadigd en besmeurd;
4.
hij op 30 oktober 2003, te [plaats], in de gemeente [gemeente], meermalen een gegevensdrager, bevattende één of meer afbeeldingen van seksuele gedragingen,
bij welke vorenbedoelde afbeelding(en) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken, in bezit heeft gehad;
Tot deze beslissing geven reden de in die bewijsmiddelen voorkomende feiten en omstandigheden, waarbij de inhoud van die bewijsmiddelen telkens alleen is gebezigd tot bewijs van het telastegelegde feit, waarop deze inhoud in het bijzonder betrekking heeft.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte, sub 1 en sub 4, meer of anders is tenlastegelegd, zodat hij daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Het bewezen verklaarde levert op:
wat betreft sub 1, het misdrijf:
"Belaging",
strafbaar gesteld bij artikel 285b van het Wetboek van Strafrecht;
en wat betreft sub 4, het misdrijf:
"Een gegevensdrager, bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt is betrokken, in het bezit hebben",
strafbaar gesteld bij artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht,
meermalen gepleegd.
De verdachte is strafbaar, aangezien niet is gebleken van een zijn strafbaarheid uitsluitende omstandigheid.
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte (terzake de feiten 1 t/m 4) wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk, met aftrek van het voorarrest, met oplegging van reclasseringstoezicht en eventuele behandeling, met toewijzing van de 2 civiele vorderingen en oplegging daarbij van de zogenaamde Terwee-maatregel,
en met verbeurdverklaring van de telefoon en onttrekking aan het verkeer van de computer en videobanden en 'taps' en CD-roms en van de overige inbeslaggenomen voorwerpen reeds vermeld op de 'lijst van inbeslaggenomen voorwerpen' of eventueel teruggave van een deel daarvan aan de rechthebbende.
De rechtbank overweegt wat de straf betreft, dat op grond van de aard van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd en de persoon van verdachte, zoals één en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, aan verdachte de straf en maatregelen behoren te worden opgelegd, zoals deze hierna zullen worden bepaald, waarbij nog het volgende is overwogen:
Verdachte heeft zich gedurende meerdere maanden schuldig gemaakt aan zogeheten "stalking" van een overbuurvrouw, waarbij hij haar onder meer ten zeerste lastig viel met ontelbare SMS-berichten en waarbij hij uiteindelijk bedreigende woorden heeft gebezigd en haar auto heeft beschadigd / besmeurd.
Hij ging in zijn obsessief gedrag zelfs zover dat hij bepaalde voorwerpen (een foto van haar en een string en laarzen) uit haar afvalbak haalde en deze thuis bewaarde.
De foto van haar stond zelfs als gedigitaliseerd bestand op zijn computer als 'opstartbeeld'. Verder had hij een soort van 'uitkijkpost' in zijn woning ingericht, vanwaaruit hij de buurvrouw heimelijk kon bespieden.
Evident is dat het gebeuren een ingrijpende aantasting inhoudt van de persoonlijke levenssfeer van het slachtoffer, in de vorm van gevoelens van onzekerheid en onveiligheid en angst, zeker toen verdachte begon met bedreigingen.
Verdachte heeft voorts op grote schaal kinderporno op zijn computer aanwezig gehad, kennelijk alleen "in voorraad". Verder is het zorgelijk dat hij vanuit zijn woning opnames maakte van vrouwen en buurtkinderen.
Anderzijds blijkt niet dat verdachte tot enige vorm van geweldpleging tegen personen is gekomen en evenmin is hij in het recente verleden met de strafrechter in aanraking gekomen.
Gelet op dit alles en met name de ernst van de feiten en ter scherpe norminprenting aan verdachte - mede omdat bij hem vrees voor herhaling bestaat - en ter normhandhaving, is naar het oordeel van de rechtbank, een forse zij het deels
onvoorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur thans de meest
passende straf.
Deze straf dient wel lager te zijn dan die welke de officier van justitie heeft gevorderd nu verdachte van twee feiten wordt vrijgesproken.
De straf dient verder voor een gedeelte voorwaardelijk te zijn, omdat uit de over verdachte uitgebrachte psychologische - en psychiatrische rapportage blijkt dat verdachte in lichte mate verminderd toerekeningsvatbaar is en omdat uit die rapportage en het voorlichtingsrapport d.d. 29 januari 2004 blijkt dat aan het voorwaardelijk deel van de straf een bijzondere voorwaarde moet worden
gekoppeld, aangezien verdachte verplicht toezicht van de reclassering nodig
heeft en hij voor zijn persoonlijkheidsproblematiek (narcistisch, antisociaal en
passief-agressief, obsessief) dient te worden behandeld.
Voorts kan het forse voorwaardelijk deel van de gevangenisstraf verdachte weerhouden van recidief gedrag.
De rechtbank is verder van oordeel dat de inbeslaggenomen voorwerpen, te weten:
een computer, videobanden, taps, CD-roms, een mobiele telefoon, een string, een rose slipje, een (gescheurde) foto, twee laarzen en een jerrycan, vatbaar zijn voor onttrekking aan het verkeer, aangezien, met betrekking tot deze voorwerpen de feiten zijn begaan dan wel met behulp van deze voorwerpen de feiten zijn begaan of voorbereid, en zij van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan (bij deze voormelde misdrijven plegende verdachte) in strijd is met het algemeen belang.
Civiele vorderingen:
De rechtbank overweegt dat [benadeelde 2], [adres 2] te [plaats], terzake van feit 3, zich als benadeelde partij in het strafproces heeft gevoegd.
De benadeelde partij moet niet-ontvankelijk worden verklaard in haar vordering, nu verdachte van dit telastegelegde feit wordt vrijgesproken.
De rechtbank overweegt verder, dat [benadeelde 1], [adres 1] te [plaats], ter zake van feit 1, zich via het in artikel 51b van het Wetboek van Strafvordering voorgeschreven formulier als benadeelde partij heeft gevoegd in het strafproces, en op de voet van artikel 51b van het Wetboek van Strafvordering opgave heeft gedaan van de vordering tot schadevergoeding als benadeelde partij, tot een totaalbedrag van e 1035,20 bestaande uit de posten: ruitenwisser en autoreiniger: e 35,20 en immateriële schade: e 1000,=.
Naar het oordeel van de rechtbank is deze (niet betwiste) vordering van de benadeelde partij geheel gegrond, aangezien op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en het verhandelde ter terechtzitting is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij door het bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade is toegebracht.
De schade bedraagt het gevorderde bedrag van 1035,20 Euro, zodat de vordering toewijsbaar is.
De rechtbank zal hierbij de maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen, aangezien de verdachte jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door feit 1 is toegebracht.
R E C H T D O E N D E:
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte sub 2 en sub 3 is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij.
Verklaart bewezen, dat het sub 1 en sub 4 tenlastegelegde zoals boven omschreven door verdachte is begaan.
Verstaat, dat het aldus bewezen verklaarde oplevert de strafbare feiten zoals hierboven vermeld.
Verklaart verdachte strafbaar.
Veroordeelt verdachte ter zake daarvan tot een gevangenisstraf voor de tijd van vierentwintig maanden.
Beveelt dat van de gevangenisstraf een gedeelte groot acht maanden niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechtbank later anders mocht gelasten, op de grond dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, die hierbij op twee jaren wordt bepaald, aan een strafbaar feit schuldig heeft gemaakt of gedurende de proeftijd de hierna te melden bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd.
Stelt als bijzondere voorwaarde:
De veroordeelde moet zich gedurende de proeftijd gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen hem te geven door of namens de Reclassering Nederland, Arrondissement Almelo, ook wanneer de aanwijzingen zullen inhouden dat de veroordeelde zich moet laten behandelen voor zijn persoonlijkheidsproblematiek (bijvoorbeeld in het centrum voor forensische psychiatrie 'De Tender' te
Deventer)
met opdracht aan die instelling ingevolge artikel 14d van het Wetboek van Strafrecht.
Beveelt dat de tijd, die de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Verklaart onttrokken aan het verkeer de vorenbedoelde inbeslaggenomen voorwerpen, te weten: een computer, videobanden, taps, CD-roms, een mobiele telefoon, een string, een rose slipje, een (gescheurde) foto, twee laarzen en een jerrycan.
Verklaart niet bewezen wat aan de verdachte sub 1 en sub 4 meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij;
Bepaalt dat de benadeelde partij: [benadeelde 2], [adres 2] te [plaats],
niet-ontvankelijk is in haar vordering en dat zij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Veroordeelt verdachte, terzake van het bewezen feit 1, tot betaling aan de
benadeelde partij, [benadeelde 1], [adres 1] te [plaats], van een bedrag groot: 1035,20 Euro.
Veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering.
Legt de maatregel op dat veroordeelde verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit 1 tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag groot 1035,20 Euro ten behoeve van de benadeelde [benadeelde 1], voornoemd,
met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de tijd van 20 dagen zal worden toegepast.
Verstaat dat als veroordeelde heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als veroordeelde aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen.
Aldus gewezen door mr. Inden, voorzitter, mr. Rikken en mr. Berg, rechters, in tegenwoordigheid van Evers, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting op 10 februari 2004.