Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsbesluit WVO 2020
Artikel 9.25 Bekostiging school
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2022
- Bronpublicatie:
14-10-2021, Stb. 2021, 521 (uitgifte: 05-11-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-08-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-12-2021, Stb. 2022, 13 (uitgifte: 11-01-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Voortgezet onderwijs
1.
De bekostiging, bedoeld in artikel 11.56 van de wet, voor scholen op Bonaire bestaat uit:
- a.
een bedrag per school dat afhangt van het aantal leerlingen op de school;
- b.
een bedrag per leerling, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen:
- 1°
leerlingen in het praktijkonderwijs of in het derde of vierde leerjaar van de basisberoepsgerichte of kaderberoepsgerichte leerweg van het vbo, alsmede ISK-leerlingen en leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte; en
- 2°
leerlingen in het vwo, havo, mavo of vbo, met uitzondering van leerlingen in het derde of vierde leerjaar van de basisberoepsgerichte en kaderberoepsgerichte leerweg van het vbo, ISK-leerlingen en leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte;
- c.
een bij ministeriële regeling te bepalen procentuele opslag over de optelsom van de bedragen bedoeld in de onderdelen a en b, in verband met de zorg aan leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte, bedoeld in artikel 11.23, eerste lid, van de wet; en
- d.
een aanvullend bedrag per school voor het opzetten en in stand houden van kleine arbeidsmarktgerelateerde mbo-opleidingen.
2.
De bekostiging, bedoeld in artikel 11.56 van de wet, voor scholen als bedoeld in artikel 1 van het Besluit Saba Comprehensive School en Gwendoline van Puttenschool BES, bestaat uit:
- a.
een bedrag per school, dat afhangt van het aantal leerlingen op de school;
- b.
een bedrag per leerling, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen:
- 1°
leerlingen in de lower forms of leerlingen die CSEC en CAPE volgen; en
- 2°
leerlingen in het praktijkonderwijs of leerlingen die CVQ volgen.
- c.
een bij ministeriële regeling nader te bepalen procentuele opslag over de optelsom van de bedragen, bedoeld in de onderdelen a en b, in verband met de zorg aan leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte, bedoeld in artikel 11.23, eerste lid, van de wet;
- d.
een bij ministeriële regeling te bepalen procentuele opslag over de optelsom van de onderdelen a tot en met c in verband met het loon- en prijspeil en de examenkosten op Sint-Eustatius en Saba;
- e.
een aanvullend bedrag per school in verband met de geïsoleerde ligging en de kleinschaligheid op Sint Eustatius en Saba, dat afhangt van het aantal leerlingen op de school; en
- f.
een aanvullend bedrag per school voor het opzetten en in stand houden van kleine arbeidsmarktgerelateerde CVQ-opleidingen.
3.
De bekostiging, bedoeld in het eerste en tweede lid, wordt vastgesteld in US dollars, en wordt rekenkundig afgerond op twee decimalen.