Besluit 2011/163/EU tot goedkeuring van de door derde landen ingediende plannen overeenkomstig artikel 29 van Richtlijn 96/23/EG van de Raad
Artikel 2
Geldend
Geldend vanaf 20-05-2021
- Redactionele toelichting
De datum van inwerkingtreding is de datum van het Publicatieblad. Derde landen mogen voor de productie van voor de uitvoer naar de Unie bestemde casings grondstoffen gebruiken die zijn ingevoerd uit andere derde landen waaruit de binnenkomst in de Unie van vers vlees of van bepaalde vleesproducten en van behandelde magen, blazen en darmen is toegestaan en die in de Uitvoeringsverordeningen (EU) 2021/404 en (EU) 2021/405 zijn opgenomen. Het derde land dat voornemens is casings naar de Unie uit te voeren, is voor casings opgenomen in de lijsten in de Uitvoeringsverordeningen (EU) 2021/404 en (EU) 2021/405 en in de lijst in de bijlage bij dit besluit. Daarnaast zijn de inrichtingen waaruit de casings naar de Unie worden uitgevoerd, in een lijst opgenomen overeenkomstig artikel 5 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/625.
- Bronpublicatie:
17-05-2021, PbEU 2021, L 179 (uitgifte: 20-05-2021, regelingnummer: 2021/800)
- Inwerkingtreding
20-05-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-05-2021, PbEU 2021, L 179 (uitgifte: 20-05-2021, regelingnummer: 2021/800)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
1.
Derde landen die grondstoffen, met uitzondering van grondstoffen voor de productie van casings, gebruiken die uit andere derde landen die overeenkomstig dit besluit zijn goedgekeurd voor de productie van levensmiddelen van dierlijke oorsprong of uit lidstaten zijn ingevoerd om naar de Unie te worden uitgevoerd en die niet in staat zijn om een residubewakingsplan te verstrekken dat gelijkwaardig is aan het in artikel 7 van Richtlijn 96/23/EG voor dergelijke grondstoffen voorgeschreven plan, vullen het plan aan met de volgende verklaring: ‘De bevoegde autoriteit van [derde land] draagt er zorg voor dat naar de Europese Unie uitgevoerde dierlijke producten voor menselijke consumptie, met name producten die zijn geproduceerd met naar [derde land] ingevoerde grondstoffen, alleen afkomstig zijn van inrichtingen die in de lijst zijn opgenomen overeenkomstig artikel 5 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/625 van de Commissie (1) en die beschikken over betrouwbare procedures om te garanderen dat in dergelijke levensmiddelen gebruikte grondstoffen van dierlijke oorsprong alleen afkomstig zijn van lidstaten van de Europese Unie of derde landen die voor de respectieve grondstoffen in de bijlage bij Besluit 2011/163/EU zijn opgenomen zonder een restrictieve voetnoot, als bedoeld in artikel 2, lid 2, van het besluit.’.
2.
De vermelding in de bijlage bij dit besluit van een derde land dat dierlijke producten voor menselijke consumptie uitvoert, die alleen zijn geproduceerd met grondstoffen van dierlijke oorsprong die zijn verkregen van lidstaten van de Unie of van derde landen die een plan overeenkomstig artikel 29 van Richtlijn 96/23/EG hebben verstrekt, wordt aangevuld met de volgende restrictieve voetnoot:
‘Derde landen die alleen grondstoffen gebruiken van andere derde landen die zijn goedgekeurd voor de invoer van dergelijke grondstoffen naar de Unie of van lidstaten, overeenkomstig artikel 2.’.
Voetnoten
Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie van 30 januari 2020 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor de binnenkomst in de Unie en het na binnenkomst verplaatsen van en werken met zendingen van bepaalde dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong (Voor de EER relevante tekst) (PB L 174 van 3.6.2020, blz. 379).