Einde inhoudsopgave
Landsverordening grondbelasting [Aruba]
Artikel 6
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2019
- Bronpublicatie:
21-12-2018, Afkondigingsblad van Aruba 2018, 81 (uitgifte: 27-12-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-12-2018, Afkondigingsblad van Aruba 2018, 81 (uitgifte: 27-12-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Belastingen overzeese Koninkrijksdelen / Aruba
1.
Als grondslag voor de heffing van de grondbelasting over andere onroerende goederen als die bedoeld in artikel 5, geldt de jaarlijkse opbrengst van een onroerend goed, vermenigvuldigd met:
- –
een factor 12 1/2, indien het onroerend goed werd bebouwd vóór 1 maart 1977;
- –
een factor 8 1/3, indien het onroerend goed werd bebouwd is na 1 maart 1977,
tenzij het daaruit voortvloeiende bedrag lager zou liggen dan de waarde in het economische verkeer van dat onroerend goed in onbewoonde staat, in welk geval de laatstgenoemde waarde als grondslag van de heffing geldt.
2.
Indien de percentages, genoemd in artikel 2, zevende lid, van de Huurcommissieverordening (AB 1991 no. GT 10), gewijzigd worden, worden de in het eerste lid genoemde factoren bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, op overeenkomstige wijze gewijzigd.