AB 2022/36
Onrechtmatig verkregen bewijs alleen uitsluiten indien schending hoor en wederhoor.
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
2 maart 2021
- Magistraten
K. Lenaerts, R. Silva de Lapuerta, J.-C. Bonichot, A. Arabadjiev, A. Prechal, L. Bay Larsen, T. von Danwitz, M. Safjan, K. Jürimäe, C. Lycourgos, P. G. Xuereb
- Zaaknummer
C-746/18
- Conclusie
A-G G. Pitruzzella
- Noot
R.J.G.M. Widdershoven
- Roepnaam
Prokuratuur (Conditions d’accès aux données relatives aux communications électroniques)
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS630972:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
EU-recht / Rechtsbescherming
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2021:152, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 02‑03‑2021
ECLI:EU:C:2020:18, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal), 21‑01‑2020
- Wetingang
Essentie
Onrechtmatig verkregen bewijs. Toegang tot verkeers- en locatiegegevens bij niet-zware criminaliteit strijdig met Unierecht. Bewijsuitsluiting alleen indien schending hoor en wederhoor.
Samenvatting
Art. 15 lid 1, Richtlijn 2002/58, gelezen in het licht van art. 7, 8 en 11 en art. 52, lid 1, Handvest, verzet zich tegen een nationale regeling die de mogelijkheid biedt om overheidsinstanties met het oog op het voorkomen, onderzoeken, opsporen en vervolgen van strafbare feiten toegang te verlenen tot verkeers- of locatiegegevens die informatie kunnen verschaffen over de communicaties van een gebruiker van een elektronische-communicatiemiddel of over de locatie van de door ...