Rb. Amsterdam, 28-03-2013, nr. CV12-33516
ECLI:NL:RBAMS:2013:BZ7137
- Instantie
Rechtbank Amsterdam
- Datum
28-03-2013
- Zaaknummer
CV12-33516
- LJN
BZ7137
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBAMS:2013:BZ7137, Uitspraak, Rechtbank Amsterdam, 28‑03‑2013; (Eerste aanleg - enkelvoudig)
Uitspraak 28‑03‑2013
Inhoudsindicatie
Auteursrechten foto, zonder bronvermelding gepubliceerd in boek. Onrechtmatige daad. Vaststelling schadevergoeding
Partij(en)
vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht
Rolnummer: 1390986 CV EXPL 12-33516
Vonnis van: 28 maart 2013
F.no.: 667
Vonnis van de kantonrechter
I n z a k e
[eiser]
handelend onder de naam UITGEVERIJ [naam]
wonende en zaakdoende te [--]
eiser
nader te noemen [eiser]
gemachtigde: mr. L. Verkoren
t e g e n
[gedaagde],
handelend onder de naam [--]
gevestigd en zaakdoende te [--]
gedaagde
nader te noemen [gedaagde]
procederende in persoon
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
De volgende processtukken zijn ingediend:
- -
de dagvaarding van 17 oktober 2012 inhoudende de vordering van [eiser] met producties;
- -
de conclusie van antwoord van [gedaagde] met producties.
Ingevolge tussenvonnis van 21 november 2012 zijn vervolgens nog ingediend:
- -
de conclusie van repliek van [eiser] met producties;
- -
de conclusie van dupliek van [gedaagde] met producties;
- -
de akte waarin [eiser] heeft gereageerd op die laatste producties.
Daarna is vonnis bepaald.
GRONDEN VAN DE BESLISSING
Feiten en omstandigheden
1.Als gesteld en niet (voldoende) weersproken staan de volgende feiten en omstandigheden vast:
1.1.Bij overeenkomst van 29 maart 1982 zijn [eiser] en [naam], een fotograaf, overeengekomen dat [naam] aan [eiser] het auteursrecht op de door hem gemaakte fotografische opnamen aan [eiser] overdraagt. In deze overeenkomst is, voor zover van belang, opgenomen:
“Artikel 1
(..)
Lid 2
Het is de koper echter bekend dat de verkoper met betrekking tot een aantal opnamen (een deel van) de auteursrechten heeft overgedragen, zoals ook zal blijken uit de negatiefregisters.
(..)
Artikel 2
Buiten deze overeenkomst vallen opnamen welke verkoper heeft gemaakt in opdracht van ondernemingen (..)”
1.2.Eén van de foto’s waarvan de auteursrechten door [naam] aan [eiser] zijn overgedragen betreft de foto ‘Steenbakkery op klein Hitland’ (hierna: de foto).
1.3.[gedaagde] heeft de foto opgenomen in het door hem uitgegeven boek ‘Steenfabrieken’ van [naam].
1.4.Bij e-mail van 20 juli 2011 heeft [eiser] [gedaagde] hieromtrent geschreven:
“(..) Van deze in 2000 overleden fotograaf berusten de auteursrechten bij mij. U bent voor het gebruik van deze foto auteursrechten aan mij verschuldigd. (..)
Om deze zaak af te handelen doe ik u een schikkingsvoorstel van € 133,00 exclusief 19% BTW (..)
Graag verneem ik binnen vijf dagen of u accoord gaat met mijn voorstel. (..)
Zo niet, dan beschouw ik mijn aanbod als niet gedaan (..)”
1.5.[gedaagde] heeft hierop bij e-mail van 20 juli 2011 verzocht om bewijsstukken van de door [eiser] genoemde rechten.
1.6.Partijen hebben nadien nog nader gecorrespondeerd.
1.7.Bij brief van 25 januari 2012 heeft [eiser] [gedaagde] een kopie van de overeenkomst met [naam] toegezonden alsmede kopieën van de negatieven.
1.8.[gedaagde] heeft bij e-mail van 26 januari 2012 aan [eiser] geschreven over te gaan tot betaling van de factuur.
1.9.[gedaagde] heeft vervolgens € 158,27 voldaan.
Vordering en verweer
2.[eiser] vordert dat [gedaagde], bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis, veroordeeld zal worden tot betaling van:
a.€ 158,27 aan schade;
b.€ 300,00 aan buitengerechtelijke incassokosten;
c.de daadwerkelijke proceskosten van [eiser].
3.[eiser] stelt hiertoe dat [gedaagde] zonder toestemming, zonder betaling en zonder bronvermelding de foto openbaar heeft gemaakt. Hiermee heeft [gedaagde] onrechtmatig jegens [eiser] gehandeld. Het was niet aan [eiser] om aan te tonen dat hij de rechthebbende op de foto was, [gedaagde] had daarnaar onderzoek moeten verrichten. De door [eiser] dientengevolge geleden schade moet [gedaagde] vergoeden. Deze schade bestaat uit € 158,27 inclusief BTW inzake derving van het gebruikelijke tarief en
€ 158,27 inclusief BTW inzake het ontbreken van toestemming, naam- en bronvermelding. Door [gedaagde] is € 158,27 betaald, zodat aan schade volgens [eiser] nog € 158,27 resteert.
Doordat volledige betaling uitbleef heeft [eiser] buitengerechtelijke kosten moeten maken. [gedaagde] is voorts op grond van 1019h Rv gehouden de daadwerkelijke proceskosten te voldoen, aldus [eiser].
4.[gedaagde] voert verweer tegen de vordering en voert hiertoe aan dat de foto op een in zijn bezit zijnde ansichtkaart is afgedrukt. Op deze kaart staat vermeld ‘[naam] Nieuwerkerk a/d IJssel’. Een rechthebbende is niet vermeld. [gedaagde] heeft op het internet onderzoek verricht naar de rechthebbende, maar heeft deze niet kunnen vinden. Vervolgens heeft hij de foto in het boek opgenomen.
Nadat [eiser] zich als rechthebbende had gemeld heeft [gedaagde] verzocht om bewijsstukken waaruit het auteursrecht van [eiser] bleek. Deze bewijsstukken heeft [eiser] niet eerder dan op 25 januari 2012 aan [gedaagde] toegezonden, waarna [gedaagde] direct tot betaling is overgegaan. Nu [gedaagde] beschikt over de volledige tekst van de overeenkomst is hem niet duidelijk of de foto niet onder artikel 1 lid 2 dan wel artikel 2 van de tussen [eiser] en [naam] gesloten overeenkomst valt. Dat [eiser] schade heeft geleden is niet aangetoond. [gedaagde] betwist de verschuldigdheid van de bijkomende kosten.
Beoordeling
5.Dat de foto auteursrechtelijk beschermd is, is tussen partijen niet in geschil. Afdoende is naar het oordeel van de kantonrechter vast komen te staan dat het auteursrecht van de foto bij [eiser] rust. Uit de door [eiser] in het geding gebrachte overeenkomst met [naam] blijkt dat [naam] het auteursrecht op al zijn foto’s aan [eiser] heeft overgedragen. [eiser] beschikt ook over het negatief van de foto. Dat het auteursrecht op de foto reeds eerder aan een derde was overgedragen (zoals bedoeld in artikel 1 lid 2 van de overeenkomst) of dat de foto in opdracht van een onderneming is gemaakt (zoals bedoeld in artikel 2 van de overeenkomst) is door [gedaagde] onvoldoende onderbouwd.
6.Dat blijkt in elk geval niet uit de omstandigheid dat op de ansichtkaart van [gedaagde] een andere naam (naam) vermeld staat. [naam] wordt op de ansichtkaart niet als rechthebbende aangeduid. De enkele omstandigheid dat [naam] kennelijk de foto heeft afgedrukt op een ansichtkaart en deze heeft verspreid dwingt niet tot de conclusie dat [naam] de auteursrechten bezit. Ook [gedaagde] heeft de foto immers gepubliceerd en verspreid zonder dat hij de auteursrechten bezit.
7.Door de foto te plaatsen in het boek ‘Steenfabrieken’ heeft [gedaagde], gelet op het voorgaande, onrechtmatig jegens [eiser] gehandeld. De door [eiser] als gevolg hiervan geleden schade dient [gedaagde] te vergoeden.
8.Ten aanzien van de gevorderde schadevergoeding geldt het volgende. De door [eiser] geleden schade kan niet worden vastgesteld, zodat de kantonrechter deze zal schatten.
9.[eiser] heeft onbetwist gesteld dat, als [gedaagde] voorafgaand toestemming voor de publicatie van de foto had verkregen, hij een tarief van € 158,27 inclusief BTW in rekening zou brengen. Dit tarief is volgens [eiser] gebaseerd op de algemene voorwaarden van de Nederlandse Fotografenfederatie.
Daarnaast is door [eiser] gesteld dat hij schade heeft geleden doordat [gedaagde] de foto zonder toestemming en zonder bronvermelding openbaar heeft gemaakt. Dat [eiser] hierdoor schade heeft geleden, met name door het ontbreken van de bronvermelding, staat naar het oordeel van de kantonrechter voldoende vast.
10.Gelet op het tarief dat [eiser] normaliter in rekening zou hebben gebracht en in het licht van de omstandigheid dat [eiser] bovendien schade heeft geleden zoals bedoeld in r.o. 10 komt het gevorderde bedrag aan schadevergoeding van € 316,54 de kantonrechter niet onredelijk voor, behoudens voor zover in dat bedrag BTW is begrepen omdat over schadevergoeding als zodanig geen BTW verschuldigd is. Toewijsbaar is derhalve
€ 107,73 (€ 316,54 verminderd met de BTW, hetgeen overeenkomt met € 266,00, waarop € 158,27 als reeds betaald in mindering strekt).
11.Dat [gedaagde] uiteindelijk (meer dan) het door [eiser] bij wijze van schikkingsvoorstel genoemde bedrag heeft voldaan doet aan het voorgaande niet af. [eiser] heeft immers uitdrukkelijk gemeld dat het schikkingsvoorstel na vijf dagen kwam te vervallen en [gedaagde] heeft na ommekomst van die vijf dagen betaald.
12.De buitengerechtelijke incassokosten worden afgewezen. Reeds in het eerste mailcontact tussen partijen is door [gedaagde] aan [eiser] verzocht om te onderbouwen dat hij de auteursrechten van de foto bezat. Dit verzoek is niet onredelijk. Van [gedaagde] kan niet verwacht worden dat hij eenieder die te kennen geeft auteursrechten te bezitten zonder meer het door hen gevorderde bedrag betaalt. Het had derhalve op de weg van [eiser] gelegen om aan het verzoek van [gedaagde] te voldoen alvorens zijn vordering uit handen te geven.
13.Gelet op de uitkomst van de procedure zal [gedaagde] als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten. Op grond van artikel 1019h Rv zal aan salaris gemachtigde € 726,00 worden toegewezen. Door [eiser] is gesteld en voldoende onderbouwd dat zijn gemachtigde 295 minuten heeft besteed aan deze procedure. Dit komt overeen met circa vijf uur. Het door de gemachtigde gehanteerde uurtarief bedrag
€ 120,00 exclusief BTW. Dit komt overeen met een bedrag van € 726,00 inclusief BTW.
BESLISSING
De kantonrechter:
- I.veroordeelt.
[gedaagde] tot betaling aan [eiser] van € 107,73 aan hoofdsom;
- II.veroordeelt.
[gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van [eiser] tot op heden begroot op:
- -
griffierecht: € 73,00
- -
kosten dagvaarding: € 81,17
- -
salaris gemachtigde: € 726,00
- -
-------------
Totaal: € 880,17
Inclusief eventueel verschuldigde BTW;
- III.verklaart.
dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
- IV.wijst.
het meer of anders gevorderde af.
Aldus gewezen door mr. R.C. Schlingemann, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 28 maart 2013 in tegenwoordigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter