Einde inhoudsopgave
Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
Artikel 481 [Verzoek rangregeling. Staat van belanghebbenden]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2011
- Bronpublicatie:
30-09-2010, Stb. 2010, 715 (uitgifte: 28-10-2010, kamerstukken: 31758)
- Inwerkingtreding
01-01-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-10-2010, Stb. 2010, 726 (uitgifte: 28-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
1.
Is na de inning van de opbrengst van de executie geen overeenstemming als bedoeld in het tweede lid van het vorige artikel tot stand gekomen, dan kan de meest gerede partij aan de voorzieningenrechter van de rechtbank binnen welker rechtsgebied de executie in hoofdzaak heeft plaats gehad, de benoeming van een rechter-commissaris verzoeken, te wiens overstaan de verdeling zal plaatsvinden.
2.
Bij het verzoekschrift is gevoegd een staat van alle in artikel 480 bedoelde belanghebbenden met vermelding van hun woonplaatsen, op te maken door de deurwaarder.
3.
Tegen een benoeming krachtens het eerste lid is geen hogere voorziening toegelaten.
4.
Artikel 282a is van toepassing.