Einde inhoudsopgave
Wet op de omzetbelasting 1968
Artikel 23 [Verlegging bij invoer]
Geldend
Geldend van 01-01-2020 tot 01-01-2025
- Bronpublicatie:
19-12-2018, Stb. 2018, 511 (uitgifte: 28-12-2018, kamerstukken: 35033)
- Inwerkingtreding
01-01-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-12-2018, Stb. 2018, 511 (uitgifte: 28-12-2018, kamerstukken: 35033)
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / In- en uitvoer
1.
In afwijking van artikel 22 wordt de belasting ter zake van de invoer van goederen, bestemd voor aangewezen ondernemers en lichamen in de zin van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, andere dan ondernemers, geheven van die ondernemers en lichamen. Bij ministeriële regeling worden onder daarbij te stellen voorwaarden regels gesteld omtrent de aanwijzing. Daarbij kan worden bepaald dat op verzoek een aanwijzing kan geschieden door de inspecteur.
2.
De belasting wordt verschuldigd op het tijdstip waarop de goederen worden ingevoerd.
3
De in een tijdvak verschuldigd geworden belasting moet op aangifte worden voldaan.
4
Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing op verzoeken tot aanwijzing op grond van bepalingen krachtens het eerste lid.
5.
Dit artikel is niet van toepassing voor ondernemers die de vrijstelling van belasting bedoeld in artikel 25, eerste lid, toepassen.