Einde inhoudsopgave
Reïntegratiebesluit
Artikel 18 Persoonlijke ondersteuning
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2015
- Bronpublicatie:
11-12-2014, Stb. 2014, 518 (uitgifte: 18-12-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
06-10-2014, Stb. 2014, 348 (uitgifte: 14-10-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-12-2014, Stb. 2014, 518 (uitgifte: 18-12-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
06-10-2014, Stb. 2014, 348 (uitgifte: 14-10-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
Sociale zekerheid re-integratie / Algemeen
1.
De persoonlijke ondersteuning, bedoeld in artikel 35, tweede lid, onderdeel d, van de Wet WIA en artikel 2:22, tweede lid, onderdeel d, van de Wajong, kan bestaan uit het beschikbaar stellen van persoonlijke ondersteuning of uit vergoeding van de kosten van persoonlijke ondersteuning.
2.
De persoonlijke ondersteuning wordt slechts verleend indien:
- a.
de persoonlijke ondersteuning bestaat uit een individueel trainings- of inwerkprogramma en een systematische begeleiding van de persoon, bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Wet WIA en artikel 2:22, eerste lid, van de Wajong, gericht op het kunnen uitvoeren van de hem opgedragen taken;
- b.
de in artikel 35, eerste lid, van de Wet WIA en artikel 2:22, eerste lid, van de Wajong bedoelde bedoelde[lees: bedoelde] persoon zonder een systematische begeleiding niet in staat zou zijn de hem opgedragen taken te verrichten;
- c.
de persoonlijke ondersteuning wordt gegeven door een persoon die verbonden is aan een door het UWV erkende rechtspersoon die tot doel heeft diensten te verlenen die kunnen worden aangemerkt als persoonlijke ondersteuning als bedoeld in onderdeel a; en
- d.
de in artikel 35, eerste lid, van de Wet WIA en artikel 2:22, eerste lid, van de Wajong bedoelde persoon niet heeft ingestemd met persoonlijke ondersteuning door de werkgever, als bedoeld in artikel 12.
3.
De persoonlijke ondersteuning kan in het eerste jaar, tweede jaar en de daarop volgende jaren van verlening worden verleend voor een aantal uren dat correspondeert met respectievelijk 15%, 7,5% en 6% van het aantal uren per kalenderjaar dat de, aan de in artikel 35, eerste lid, van de Wet WIA en artikel 2:22, eerste lid, van de Wajong bedoelde bedoelde[lees: bedoelde] persoon opgedragen taken in beslag neemt.
4.
Het UWV kan van de in het derde lid bedoelde percentages afwijken voorzover toepassing daarvan gelet op het belang dat dit artikel beoogt te beschermen zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.