PJ 2022/7
Een melding van betalingsonmacht kan achterwege blijven indien het bedrijfstakpensioenfonds tijdig op andere wijze dan door middel van een melding van betalingsonmacht op de hoogte is geraakt van de betalingsonmacht van de rechtspersoon.
HR 24-12-2021, ECLI:NL:HR:2021:1976
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 december 2021
- Magistraten
Mrs. C.E. du Perron, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff, F.J.P. Lock, G.C. Makkink
- Zaaknummer
20/01781
- Conclusie
A-G mr. B.F. Assink
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS631473:1
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Ondernemingsrecht (V)
Verzekeringsrecht (V)
Sociale zekerheid ouderen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1976, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑12‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:523, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 28‑05‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑06‑2020
- Wetingang
Art. 23 Wet Bpf 2000
Essentie
Een melding van betalingsonmacht kan achterwege blijven indien het bedrijfstakpensioenfonds tijdig op andere wijze dan door middel van een melding van betalingsonmacht op de hoogte is geraakt van de betalingsonmacht van de rechtspersoon.
Samenvatting
Dit geding gaat over de eisen waar een rechtsgeldige melding betalingsonmacht aan moet voldoen.
De Hoge Raad oordeelt dat een melding van betalingsonmacht achterwege kan blijven indien het bedrijfstakpensioenfonds tijdig op andere wijze dan door middel van een melding van betalingsonmacht op de hoogte is geraakt van de betalingsonmacht van de rechtspersoon en van de omstandigheden die daartoe hebben geleid, en deze wetenschap dusdanig ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.