Einde inhoudsopgave
Besluit houders van dieren
Artikel 1.22 Aanwezig hebben van diergeneesmiddelen of gemedicineerde diervoeders
Geldend
Geldend vanaf 11-03-2022
- Bronpublicatie:
25-02-2022, Stb. 2022, 107 (uitgifte: 10-03-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
11-03-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-02-2022, Stb. 2022, 107 (uitgifte: 10-03-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Dierenrecht / Algemeen
Een houder van een dier heeft geen diergeneesmiddel of gemedicineerd diervoeder aanwezig in de ruimte, op het terrein waar dieren worden gehouden of in de nabijheid van de ruimte of het terrein waar dieren worden gehouden, indien toepassing van dit diergeneesmiddel of gemedicineerd diervoeder bij deze dieren:
- a.
is voorbehouden aan een dierenarts of een andere persoon die is toegelaten tot het beroepsmatig verrichten van diergeneeskundige handelingen op grond van artikel 5.3, eerste lid, van het Besluit diergeneesmiddelen 2022; of
- b.
niet is toegestaan volgens de informatie die krachtens verordening (EU) nr. 2019/6 is aangebracht op de verpakking van het diergeneesmiddel of gemedicineerd diervoeder of bij deze verpakking is gevoegd.