NJ 1930, p. 1217
Philips tegen Tasseron. Octrooi van Philips op een serie-schakeling van thermionische versterkers. Inbreuk daarop door het in den handel brengen van Loewe-lampen. Voorgebruik in een ander land. Schikking van Bern. Weigering van het Hof om, krachtens art. 61, derde lid, Octrooiwet te schorsen. Werking van de nietigverklaring van een octrooi. Cassatieberoep tegen opdracht aan deskundigen. Beslissing, waarop het Hof niet meer kon terugkomen.
HR 20-06-1930, ECLI:NL:HR:1930:91, m.nt. Prof. Mr. Paul Scholten
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
20 juni 1930
- Magistraten
Mrs. Fentener van Vlissingen, Kosters, Schepel, van Gelein Vitringa, Kirberger
- Zaaknummer
[20061930/NJ_1930,_p._1217]
- Conclusie
Conclusie van den Adv.-Gen. van Lier.
- Noot
Prof. Mr. Paul Scholten
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS102480:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1930:91, Uitspraak, Hoge Raad, 20‑06‑1930
- Wetingang
(RO art. 103; Rijksoctrooiwet 1910 art. 1, 7, 51.)
Essentie
Philips tegen Tasseron. Octrooi van Philips op een serie-schakeling van thermionische versterkers. Inbreuk daarop door het in den handel brengen van Loewe-lampen. Voorgebruik in een ander land. Schikking van Bern. Weigering van het Hof om, krachtens art. 61, derde lid, Octrooiwet te schorsen. Werking van de nietigverklaring van een octrooi. Cassatieberoep tegen opdracht aan deskundigen. Beslissing, waarop het Hof niet meer kon terugkomen.
Samenvatting
Terecht heeft het Hof het standpunt ingenomen dat het, ter beoordeeling van de vraag, of inbreuk op een octrooi plaats heeft, aankomt op dat waarin naar het wezen der zaak de geoctrooieerde uitvinding bestaat. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.