Einde inhoudsopgave
Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
Artikel 115 [Termijn wanneer gedaagde niet in Nederland woont of verblijft]
Geldend
Geldend vanaf 10-06-2009
- Bronpublicatie:
29-05-2009, Stb. 2009, 233 (uitgifte: 09-06-2009, kamerstukken: 31522)
- Inwerkingtreding
10-06-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-05-2009, Stb. 2009, 233 (uitgifte: 09-06-2009, kamerstukken: 31522)
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
1.
Indien de gedaagde een bekende woonplaats of een bekend werkelijk verblijf buiten Nederland heeft in een Staat waar de in artikel 56, eerste lid, bedoelde verordening van toepassing is, of in een Staat die in Europa is gelegen en die partij is bij het op 15 november 1965 te 's-Gravenhage tot stand gekomen Verdrag inzake de betekening en de kennisgeving in het buitenland van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en in handelszaken (Trb. 1966, 91), is de termijn van dagvaarding ten minste vier weken.
2.
Indien de gedaagde noch in Nederland, noch in een Staat als bedoeld in het eerste lid, een bekende woonplaats of een bekend werkelijk verblijf heeft, is de termijn van dagvaarding ten minste drie maanden.
3.
Indien de gedaagde in Nederland geen bekende woonplaats of bekend werkelijk verblijf heeft, is de termijn van dagvaarding in afwijking van het eerste en tweede lid ten minste een week, indien het exploot in Nederland wordt gedaan aan de gedaagde in persoon, dan wel aan een door de gedaagde voor deze zaak gekozen woonplaats.