NJB 2022/2398
Aanhoudingsverzoek in ontnemingsprocedure op de grond dat de raadsman niet weet waarom de betrokkene niet is verschenen en deze mogelijk geen weet heeft van de zitting: de Hoge Raad zet het voor de beoordeling van zodanig verzoek geldende kader uiteen. In casu heeft het hof het aanhoudingsverzoek afgewezen op de grond dat ‘de raadsman ter onderbouwing van het aanhoudingsverzoek onvoldoende concrete omstandigheden heeft aangevoerd’. Nu het hof niet heeft vastgesteld dat de oproeping in hoger beroep aan de betrokkene in persoon is uitgereikt of dat de betrokkene anderszins op de hoogte is geraakt van de datum van de zitting, had het hof met inachtneming van dat kader de afweging moeten maken tussen alle bij de aanhouding van het onderzoek ter terechtzitting betrokken belangen. Dat heeft het hof ten onrechte niet gedaan.
HR 11-10-2022, ECLI:NL:HR:2022:1424
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
11 oktober 2022
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, M.J. Borgers, M. Kuijer
- Zaaknummer
21/01752
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1424, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 11‑10‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:767, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑08‑2022
- Wetingang
Essentie
Aanhoudingsverzoek in ontnemingsprocedure op de grond dat de raadsman niet weet waarom de betrokkene niet is verschenen en deze mogelijk geen weet heeft van de zitting: de Hoge Raad zet het voor de beoordeling van zodanig verzoek geldende kader uiteen. In casu heeft het hof het aanhoudingsverzoek afgewezen op de grond dat ‘de raadsman ter onderbouwing van het aanhoudingsverzoek onvoldoende concrete omstandigheden heeft aangevoerd’. Nu het hof niet heeft vastgesteld dat de oproeping in hoger beroep aan de betrokkene in persoon is uitgereikt of dat de betrokkene anderszins op de hoogte is geraakt van de datum van de zitting, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.