Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen Nederland en België, betreffende de territoriale rechterlijke bevoegdheid, betreffende het faillissement en betreffende het gezag en de tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen, van scheidsrechterlijke uitspraken en van authentieke akten
Artikel 23 [Voorrechten. Hypotheken]
Geldend
Geldend vanaf 01-09-1929
- Bronpublicatie:
28-03-1925, Stb. 1929, 405 (uitgifte: 05-08-1929, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-09-1929
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-03-1925, Stb. 1929, 405 (uitgifte: 05-08-1929, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
1.
De voorrechten op de roerende goederen van den failliet worden geregeld door de wet van den Staat, waar het faillissement is uitgesproken.
2.
De onroerende goederen van den failliet, die in een der verdragsluitende landen bezwaard zijn met een voorrecht of een hypotheek, blijven, ondanks het faillissement, onderworpen aan de wet van het land, waar zij zich bevinden.
3.
De hypotheek op zee- en binnenschepen en de regelmatig gevestigde privileges worden geregeld naar de wetgeving van diengene der beide Staten, waartoe het schip behoort.