V-N 2020/57.22
Geen schending hoorplicht als gemachtigde zelf geen gebruikmaakt van gelegenheid tot horen
HR 06-11-2020, ECLI:NL:HR:2020:1728, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
6 november 2020
- Magistraten
Koopman, Punt, Van Loon, Fierstra, Wortel
- Zaaknummer
19/02693
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS239792:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Bezwaarfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1728, Uitspraak, Hoge Raad, 06‑11‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑02‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:184, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑02‑2020
- Wetingang
art. 7:2 Awb
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat de hoorplicht niet is geschonden als de belanghebbende zelf geen gebruik maakt van de gelegenheid die hem wordt geboden om te worden gehoord.
Samenvatting
X is het niet eens met op aangifte voldane bedragen aan BPM. In cassatie is in geschil of in de bezwaarfase de hoorplicht is geschonden.
De Hoge Raad oordeelt dat de hoorplicht niet is geschonden als de belanghebbende zelf geen gebruikmaakt van de hem geboden gelegenheid om te worden gehoord. De inspecteur heeft de gemachtigde van X in de gelegenheid gesteld te worden gehoord op bezwaren in specifiek ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.