BNB 2022/114
Waardering overbedelingsschuld. Waardedrukkende invloed van latente belastingclaim op aanmerkelijkbelangaandelen in verband met ‘doorschuiven’. Contante waarde. Motiveringsgebreken
HR 22-04-2022, ECLI:NL:HR:2022:583, m.nt. I.J.F.A. van Vijfeijken
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
22 april 2022
- Magistraten
Mrs. Polak, Du Perron, Sieburgh, Wattendorff, Salomons
- Zaaknummer
21/00394
- Conclusie
A-G Wesseling-van Gent
- Noot
I.J.F.A. van Vijfeijken
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS660743:1
- Vakgebied(en)
Schenk- en erfbelasting / Erfbelasting
Inkomstenbelasting / Aanmerkelijk belang (box 2)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:583, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 22‑04‑2022
ECLI:NL:PHR:2021:999, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑10‑2021
- Wetingang
Art. 4.17 Wet IB 2001 (tekst 2009)
Essentie
Waardering overbedelingsschuld. Waardedrukkende invloed van latente belastingclaim op aanmerkelijkbelangaandelen in verband met ‘doorschuiven’. Contante waarde. Motiveringsgebreken
Samenvatting
Bij de verdeling van een nalatenschap heeft de echtgenote van een eind 2009 overleden erflater alle activa verkregen, waaronder aandelen in een BV, met een overbedelingsschuld aan eisers. De helft van de waarde van de aandelen is aan de nalatenschap toe te rekenen. In dit geding verzoeken eisers vaststelling van de hoogte van de belastinglatentie als waardedrukkende factor bij de waardering van de aandelen. De kantonrechter heeft bepaald dat uitgegaan dient te worden van een latente aanmerkelijkbelangclaim op de aandelen van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.