Einde inhoudsopgave
Algemene landsverordening belastingen [Aruba]
Artikel 14a
Geldend
Geldend vanaf 09-12-2015
- Redactionele toelichting
Is van toepassing op de boekjaren 2014 en volgende.
- Bronpublicatie:
08-12-2015, Afkondigingsblad van Aruba 2015, 60 (uitgifte: 08-12-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
09-12-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-12-2015, Afkondigingsblad van Aruba 2015, 60 (uitgifte: 08-12-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Belastingen overzeese Koninkrijksdelen / Aruba
1.
Voor de belastingplichtige in de winstbelasting zijn, in afwijking van artikel 8 en artikel 14, de bepalingen van dit artikel van toepassing.
2.
De belastingplichtige is gehouden uiterlijk op de laatste dag van de vijfde maand na afloop van het (gebroken) boekjaar over dat jaar aangifte te doen en de belasting overeenkomstig die aangifte te betalen bij de Ontvanger. De betaling dient uiterlijk plaats te vinden op de dag van indiening van de aangifte.
3.
Indien de belastingplichtige niet in staat is om binnen vijf maanden na afloop van het (gebroken) boekjaar de aangifte als bedoeld in het tweede lid te doen, dan kan uiterlijk op de laatste dag van de vijfde maand na afloop van het (gebroken) boekjaar, om uitstel worden verzocht voor het doen van aangifte bij de Inspecteur.
4.
Indien een verzoek tot uitstel gedaan wordt aan de Inspecteur, welke is vergezeld van een voorlopige aangifte en de belasting overeenkomstig die voorlopige aangifte betaald is bij de Ontvanger, welke betaling uiterlijk plaats dient te vinden op de dag van indiening van de aangifte, dan wordt de termijn van indiening van de definitieve aangifte verlengd met zes maanden.
5.
De op de in vierde lid genoemde voorlopige aangifte als verschuldigd aan te geven belasting dient ten minste gelijk te zijn aan de volgens de meest recente definitieve aangifte op grond van de Landsverordening winstbelasting over dat jaar totaal verschuldigde belasting.
6.
Indien bij de definitieve aangifte de berekening van de verschuldigde belasting resulteert in een door de belastingplichtige terug te ontvangen bedrag, wordt deze binnen zes maanden na indiening van de definitieve aangifte bij een voor bezwaar vatbare beschikking verleend.
7.
Indien de Inspecteur de in het zesde lid bedoelde beschikking niet oplegt binnen zes maanden na de datum van indiening van de definitieve aangifte, wordt hiervan binnen zes maanden na indiening van de definitieve aangifte aan de belastingplichtige schriftelijk en gemotiveerd mededeling gedaan.
8.
De reeds op voorlopige aangifte betaalde belasting kan in mindering worden gebracht op de te betalen belasting bedoeld in het tweede en vierde lid.