Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) Nr. 461/2010 betreffende de toepassing van artikel 101, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op groepen verticale overeenkomsten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen in de motorvoertuigensector
Artikel 1 Definities
Geldend
Geldend van 01-06-2010 tot 31-05-2028
- Bronpublicatie:
27-05-2010, PbEU 2010, L 129 (uitgifte: 28-05-2010, regelingnummer: 461/2010)
- Inwerkingtreding
01-06-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-05-2010, PbEU 2010, L 129 (uitgifte: 28-05-2010, regelingnummer: 461/2010)
- Vakgebied(en)
Mededingingsrecht / EU-mededingingsrecht
Mededingingsrecht / Groepsvrijstellingen
1.
Voor de toepassing van deze richtlijn wordt verstaan onder:
- a)
‘verticale overeenkomst’: een overeenkomst of onderling afgestemde feitelijke gedraging waarbij twee of meer, met het oog op de toepassing van de overeenkomst of de onderling afgestemde feitelijke gedraging, elk in een verschillend stadium van de productie- of distributieketen werkzame ondernemingen partij zijn en die betrekking heeft op de voorwaarden waaronder de partijen bepaalde goederen of diensten kunnen kopen, verkopen of wederverkopen;
- b)
‘verticale beperking’: een beperking van de mededinging in een verticale overeenkomst die binnen het toepassingsgebied van artikel 101, lid 1, van het Verdrag valt;
- c)
‘erkende hersteller’: een verrichter van herstellings- en onderhoudsdiensten voor motorvoertuigen, die actief is binnen het distributiestelsel dat door een leverancier van motorvoertuigen is opgezet;
- d)
‘erkende distributeur’: een distributeur van reserveonderdelen voor motorvoertuigen, die actief is binnen het distributiestelsel dat door een leverancier van motorvoertuigen is opgezet;
- e)
‘onafhankelijke hersteller’:
- i)
een verrichter van herstellings- en onderhoudsdiensten voor motorvoertuigen, die niet actief is binnen het distributiestelsel dat is opgezet door de leverancier van de motorvoertuigen waarvoor hij herstellingen of het onderhoud verricht,
- ii)
een erkende hersteller binnen het distributiestelsel van een bepaalde leverancier, voor zover deze herstellings- of onderhoudsdiensten verricht voor motorvoertuigen ten aanzien waarvan hij geen lid is van het distributiestelsel van de betrokken leverancier;
- f)
‘onafhankelijke distributeur’:
- i)
een distributeur van reserveonderdelen voor motorvoertuigen, die niet actief is binnen het distributiestelsel dat is opgezet door de leverancier van de motorvoertuigen waarvoor hij reserveonderdelen distribueert,
- ii)
een erkende distributeur binnen het distributiestelsel van een bepaalde leverancier, voor zover deze reserveonderdelen voor motorvoertuigen distribueert, ten aanzien waarvan hij geen lid is van het distributiestelsel van de betrokken leverancier;
- g)
‘motorvoertuig’: een voertuig met drie of meer wielen dat zich op eigen kracht voortbeweegt en bestemd is voor gebruik op de openbare weg;
- h)
‘reserveonderdelen’: producten die ter vervanging van onderdelen van het voertuig in of op dat voertuig worden gemonteerd, met inbegrip van producten zoals smeermiddelen, die voor het gebruik van het voertuig noodzakelijk zijn, met uitzondering van brandstof;
- i)
‘selectief distributiestelsel’: een distributiestelsel waarbij de leverancier zich ertoe verbindt de contractgoederen of -diensten, direct of indirect, slechts aan distributeurs te verkopen die op grond van vastgestelde criteria zijn uitgekozen, en waarbij deze distributeurs zich ertoe verbinden deze goederen of diensten niet te verkopen aan niet-erkende distributeurs binnen het grondgebied waarop de leverancier heeft besloten dat systeem toe te passen.
2.
Voor de toepassing van deze verordening omvatten de termen ‘onderneming’, ‘leverancier’, ‘fabrikant’ en ‘afnemer’ de respectievelijk met hen verbonden ondernemingen.
‘Verbonden ondernemingen’ zijn:
- a)
ondernemingen waarbij een partij bij de overeenkomst rechtstreeks of onrechtstreeks:
- i)
de bevoegdheid heeft meer dan de helft van de stemrechten uit te oefenen,
- ii)
de bevoegdheid heeft meer dan de helft van de leden van de raad van toezicht, de raad van bestuur of de krachtens de wet tot vertegenwoordiging bevoegde organen te benoemen, of
- iii)
het recht heeft de zaken van de onderneming te leiden;
- b)
ondernemingen die ten aanzien van een partij bij de overeenkomst rechtstreeks of onrechtstreeks over de onder a) genoemde rechten of bevoegdheden beschikken;
- c)
ondernemingen waarin een onderneming als onder b) rechtstreeks of onrechtstreeks over de onder a) genoemde rechten of bevoegdheden beschikt;
- d)
ondernemingen waarin een partij bij de overeenkomst gezamenlijk met één of meer van de ondernemingen als bedoeld onder a), b) of c), of waarin twee of meer van de laatstgenoemde ondernemingen gezamenlijk over de onder a) genoemde rechten of bevoegdheden beschikken;
- e)
ondernemingen waarin over de onder a) genoemde rechten of bevoegdheden gezamenlijk wordt beschikt door:
- i)
partijen bij de overeenkomst of de respectieve met hen verbonden ondernemingen als bedoeld onder a) tot en met d), of
- ii)
één of meer van de partijen bij de overeenkomst of één of meer van de met hen verbonden ondernemingen als bedoeld onder a) tot en met d) en één of meer derde partijen.