Einde inhoudsopgave
Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Moldavië, anderzijds
Protocol I Inzake een kaderovereenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Moldavië over de algemene beginselen voor deelname van de Republiek Moldavië aan programma's van de Unie
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2016
- Bronpublicatie:
27-06-2014, Trb. 2014, 207 (uitgifte: 26-11-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-06-2016, Trb. 2016, 89 (uitgifte: 28-06-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
EU-recht / Marktintegratie
Internationaal publiekrecht / Algemeen
Artikel 1
De Republiek Moldavië mag deelnemen aan alle huidige en toekomstige programma's van de Unie die overeenkomstig de relevante bepalingen tot vaststelling van die programma's voor deelname van de Republiek Moldavië openstaan.
Artikel 2
De Republiek Moldavië levert een financiële bijdrage aan de algemene begroting van de EU in verhouding tot de specifieke programma's waaraan de Republiek Moldavië deelneemt.
Artikel 3
Vertegenwoordigers van de Republiek Moldavië mogen als waarnemers de vergaderingen bijwonen van de beheercomités die belast zijn met het toezicht op de programma's waaraan de Republiek Moldavië een financiële bijdrage levert, voor zover deze betrekking hebben op onderwerpen die de Republiek Moldavië aangaan.
Artikel 4
Ten aanzien van projecten en initiatieven die door deelnemers uit de Republiek Moldavië worden ingediend, gelden in het kader van de betrokken programma's voor zover mogelijk dezelfde voorwaarden, regels en procedures als voor de lidstaten.
Artikel 5
De specifieke voorwaarden voor de deelname van de Republiek Moldavië aan de verschillende programma's, in het bijzonder de financiële bijdrage en de rapportage- en evaluatieprocedures, worden vastgesteld in een memorandum van overeenstemming tussen de Europese Commissie en de bevoegde autoriteiten van de Republiek Moldavië, op grond van de criteria die door deze programma's zijn bepaald.
Als de Republiek Moldavië op grond van artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1638/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 houdende algemene bepalingen tot invoering van een Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument, of op grond van een vergelijkbare toekomstige wetgevingshandeling betreffende externe bijstand van de Unie aan de Republiek Moldavië, de Unie om externe bijstand voor deelname aan een programma van de Unie verzoekt, worden de voorwaarden voor het gebruik door de Republiek Moldavië van de externe bijstand van de Unie in een financieringsovereenkomst vastgesteld, waarbij in het bijzonder artikel 20 van Verordening (EG) nr. 1638/2006 in acht wordt genomen.
Artikel 6
Overeenkomstig Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen wordt in de krachtens artikel 5 van dit protocol gesloten memoranda van overeenstemming bepaald dat financiële controles of audits en andere controles, zoals administratieve onderzoeken, worden verricht door of onder toezicht van de Europese Commissie, de Europese Rekenkamer en het Europees Bureau voor Fraudebestrijding.
Er worden gedetailleerde bepalingen opgenomen inzake financiële controle en audits, administratieve maatregelen, sancties en invordering, waarbij aan de Europese Commissie, de Europese Rekenkamer en het Europees Bureau voor Fraudebestrijding bevoegdheden worden toegekend die gelijkwaardig zijn met hun bevoegdheden ten aanzien van begunstigden of contractanten die in de Unie zijn gevestigd.
Artikel 7
Dit protocol is van toepassing gedurende de looptijd van de overeenkomst.
Elk van beide partijen kan het protocol opzeggen door schriftelijke kennisgeving aan de andere partij. Dit protocol verstrijkt zes maanden na de datum van die kennisgeving.
Beëindiging van het protocol als gevolg van opzegging door een van de partijen is niet van invloed op de controles die overeenkomstig de artikelen 5 en 6 indien nodig worden uitgevoerd.
Artikel 8
Uiterlijk drie jaar na de inwerkingtreding van dit protocol, en vervolgens iedere drie jaar, kunnen beide partijen de tenuitvoerlegging van het protocol evalueren aan de hand van de werkelijke deelname van de Republiek Moldavië aan een of meer programma's van de Unie.