NJB 2019/654
Beroep op geringe draagkracht i.v.m. duurzaam financieel onvermogen op of onder het bestaansminimum (uitkering o.g.v. Participatiewet), met verwijzing naar conclusie staatsraad-advocaat-generaal Wattel van 4 april 2018 (ECLI:NL:RVS:2018:1152). Het College volgt uitspraak Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State van 6 februari 2019 (ECLI:NL:RVS:2019:333). Bestuursorgaan hoeft in beginsel geen rekening te houden met de draagkracht van de overtreder. Daarvoor is de executiefase bedoeld. Voor een uitzondering bestaat slechts aanleiding, indien evident is dat de overtreder niet in staat zal zijn de verbeurde dwangsom (volledig) te bepalen
- Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Datum
12 maart 2019
- Magistraten
Mr. Simons
- Zaaknummer
18/1101
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
Mededingingsrecht / Toezicht en handhaving
- Brondocumenten
ECLI:NL:CBB:2019:99, Uitspraak, College van Beroep voor het bedrijfsleven, 12‑03‑2019
- Wetingang
(art. 5:37 Awb)
Essentie
Beroep op geringe draagkracht i.v.m. duurzaam financieel onvermogen op of onder het bestaansminimum (uitkering o.g.v. Participatiewet), met verwijzing naar conclusie staatsraad-advocaat-generaal Wattel van 4 april 2018 (ECLI:NL:RVS:2018:1152). Het College volgt uitspraak Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State van 6 februari 2019 (ECLI:NL:RVS:2019:333). Bestuursorgaan hoeft in beginsel geen rekening te houden met de draagkracht van de overtreder. Daarvoor is de executiefase bedoeld. Voor een uitzondering bestaat slechts aanleiding, indien evident is dat de overtreder niet in staat zal zijn de verbeurde dwangsom (volledig) te bepalen
Uitspraak
Op grond van artikel 76, eerste lid, van de Wet personenvervoer 2000 ...