RI 2017/10
Inningsbevoegdheid. Is de openbaar pandhouder bevoegd de gehele verpande vordering te innen, ook als deze in omvang zijn eigen gesecureerde vordering overtreft? (R. Bontrup Holding B.V./Van Dooren q.q.)
Rb. Oost-Brabant 12-10-2016, ECLI:NL:RBOBR:2016:5618
- Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
- Datum
12 oktober 2016
- Magistraten
Mr. N.W.A. Stegeman-Kragting
- Zaaknummer
C/01/293823 / HA ZA 15-362
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS925099:1
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBOBR:2016:5618, Uitspraak, Rechtbank Oost-Brabant, 12‑10‑2016
- Wetingang
Art. 3:246 lid 1, 3:253 lid 1 BW, art. 490b Rv
Essentie
Inningsbevoegdheid.
Is de openbaar pandhouder bevoegd de gehele verpande vordering te innen, ook als deze in omvang zijn eigen gesecureerde vordering overtreft?
Samenvatting
Bowie Recycling B.V. (hierna: ‘Bowie‘) is gefinancierd door ACF. ACF heeft een eerste pandrecht op de vorderingen. Daarnaast heeft Bowie ook intercompany financiering ontvangen van zowel R. Bontrup Beheer B.V. (hierna: ‘Beheer’) als R. Bontrup Holding B.V. (hierna: ‘Holding’). Tot zekerheid voor die intercompany schulden heeft Bowie ten behoeve van Beheer en Holding eveneens pandrechten verstrekt op haar vorderingen, welke in rang komen na dat van ACF. Bowie failleert. Het pandrecht van ACF is dan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.