Einde inhoudsopgave
Wet langdurige zorg
Artikel 6.2.2 [Vaststelling budget]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2017
- Bronpublicatie:
08-04-2016, Stb. 2016, 173 (uitgifte: 13-05-2016, kamerstukken: 34203)
- Inwerkingtreding
01-01-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-11-2016, Stb. 2016, 442 (uitgifte: 25-11-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Maatschappelijke ondersteuning / Algemeen
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
Sociale zekerheid ziektekosten / Zorgverzekering
Sociale zekerheid ziektekosten / Bijzondere ziektekosten
Gezondheidsrecht / Zorg en ziektekosten
1.
Onze Minister stelt jaarlijks voor 1 december het budget vast voor de door het CAK ter uitvoering van zijn in artikel 6.1.2 genoemde taken in het volgende kalenderjaar te maken beheerskosten alsmede voor de kosten van de bijdragen, bedoeld in artikel 122a van de Zorgverzekeringswet.
2.
Het door Onze Minister vastgestelde budget wordt gedekt uit ’s Rijks kas.
3.
Indien het budget niet is vastgesteld voor 1 januari van het kalenderjaar waarop de begroting betrekking heeft, is het CAK bevoegd, teneinde zijn activiteiten gaande te houden, te beschikken over ten hoogste een derde gedeelte van het in het budget opgenomen bedrag voor beheerskosten dat laatstelijk voor hem voor een geheel jaar is vastgesteld.
4.
Het CAK gaat met betrekking tot de met de uitvoering van zijn taken gepaard gaande beheerskosten geen verplichtingen aan en doet geen uitgaven die leiden tot overschrijding van het in het budget opgenomen bedrag voor de beheerskosten.
5.
Onze Minister kan besluiten het in het budget opgenomen bedrag voor de beheerskosten te wijzigen.