FED 2013/39
De aftrek van uitgaven voor monumentenpanden is beperkt tot in Nederland gelegen monumenten. De Hoge Raad stelt prejudiciële vragen over mogelijke strijdigheid met de vestigingsvrijheid of het vrije kapitaalverkeer
HR 01-05-2015, ECLI:NL:HR:2015:1174, m.nt. J.J. van den Broek
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
1 mei 2015
- Magistraten
Van den Berge, Feteris, Koopman, Groeneveld, De Groot
- Zaaknummer
11/03763
- Conclusie
A-G Niessen
- Noot
J.J. van den Broek
- LJN
BW8359
- JCDI
JCDI:ADS168953:1
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Verdragen EU
Inkomstenbelasting / Buitenlands belastingplichtige
Inkomstenbelasting (V)
Inkomstenbelasting / Persoonsgebonden aftrek
Europees belastingrecht (V)
Europees belastingrecht / Europese verdragsvrijheden
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:1174, Uitspraak, Hoge Raad, 01‑05‑2015
ECLI:NL:PHR:2013:BW8359, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 01‑02‑2013
ECLI:NL:HR:2013:BW8359, Uitspraak, Hoge Raad, 01‑02‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 29‑09‑2011
- Wetingang
Art. 6.31 lid 2 Wet IB 2001; art. 49 en 63 VWEU
Essentie
De aftrek van uitgaven voor monumentenpanden is beperkt tot in Nederland gelegen monumenten. De Hoge Raad stelt prejudiciële vragen over mogelijke strijdigheid met de vestigingsvrijheid of het vrije kapitaalverkeer
Samenvatting
De directeur-grootaandeelhouder van een in Nederland gevestigde vennootschap woonde in een monumentaal kasteel in België waarvoor hij onderhoudskosten maakte. Hij opteerde voor binnenlandse belastingplicht en wenste de kosten in Nederland als persoonsgebonden aftrek in mindering te brengen op zijn belastbaar inkomen. De aftrek voor uitgaven voor monumentenpanden van art. 6.31 Wet IB 2001 is echter beperkt tot in Nederland gelegen monumenten. De Hoge Raad is van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.