HR, 04-10-2013, nr. 12/03796
ECLI:NL:HR:2013:CA3881
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
04-10-2013
- Zaaknummer
12/03796
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Ruimtelijk bestuursrecht (V)
Omgevingsrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2013:CA3881, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 04‑10‑2013; (Artikel 81 RO-zaken, Cassatie)
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:CA3881, Gevolgd
- Vindplaatsen
Uitspraak 04‑10‑2013
Partij(en)
4 oktober 2013
Eerste Kamer
12/03796
LZ/GB
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[A],wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
advocaat: mr. P.J.L.J. Duijsens,
t e g e n
DE STAAT DER NEDERLANDEN
(Ministerie van Infrastructuur en Milieu),
zetelende te ’s-Gravenhage,
VERWEERDER in cassatie,
advocaten: mr. M.W. Scheltema enmr. R.T. Wiegerink.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [A] en de Staat.
1. Het geding in feitelijke instantie
Voor het verloop van het geding in feitelijke instantie verwijst de Hoge Raad naar de vonnissen in de zaak 102576/HA ZA 10-552 van de rechtbank Roermond van 10 november 2010 en 23 mei 2012.
De vonnissen van de rechtbank zijn aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het vonnis van de rechtbank van 23 mei 2012 heeft [A] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Staat heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de waarnemend Advocaat-Generaal J.C. van Oven strekt tot verwerping.
De advocaat van [A] heeft bij brief van 21 juni 2013 op die conclusie gereageerd. De advocaten van de Staat hebben eveneens bij brief van 21 juni 2013 op die conclusie gereageerd.
De Staat heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de waarnemend Advocaat-Generaal J.C. van Oven strekt tot verwerping.
De advocaat van [A] heeft bij brief van 21 juni 2013 op die conclusie gereageerd. De advocaten van de Staat hebben eveneens bij brief van 21 juni 2013 op die conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [A] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de Staat begroot op € 799,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president F.B. Bakels als voorzitter en de raadsheren C.A. Streefkerk, M.A. Loth, G. de Groot, en M.V. Polak, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.A. Loth op 4 oktober 2013.