RN 2024/54
Bestuurdersaansprakelijkheid. Kan een vordering van een B.V. op een (oud) bestuurder uit hoofde van artikel 2:9 BW worden afgewend met een beroep op artikel 6:89 BW?
HR 26-04-2024, ECLI:NL:HR:2024:681
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
26 april 2024
- Magistraten
Mrs. M.J. Kroeze, C.E. du Perron, F.J.P. Lock, A.E.B. ter Heide, K. Teuben
- Zaaknummer
23/02026
- Conclusie
A-G mr. B.F. Assink
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS977668:1
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2024:681, Uitspraak, Hoge Raad, 26‑04‑2024
ECLI:NL:PHR:2024:185, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 16‑02‑2024
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑05‑2023
- Wetingang
Essentie
Bestuurdersaansprakelijkheid.
Kan een vordering van een B.V. op een (oud) bestuurder uit hoofde van artikel 2:9 BW worden afgewend met een beroep op artikel 6:89 BW?
Samenvatting
A en B zijn compagnon en drijven enkele jaren een onderneming op het gebied van grondstoffendelving. De onderneming werd gedreven in de vorm van een besloten vennootschap (A B.V.) waarvan de aandelen in de loop van 2011 werden overgedragen aan een buitenlandse vennootschap (Parkdale Ltd.), welke vennootschap tevens bestuurder werd van deze vennootschap. A werd eveneens benoemd tot bestuurder van de vennootschap. Tussen de kopende vennootschap en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.