Einde inhoudsopgave
Besluit politieke delinquenten 1945
Artikel 16
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2015
- Redactionele toelichting
Dit artikel is buiten werking gesteld.
- Bronpublicatie:
26-11-2014, Stb. 2014, 540 (uitgifte: 22-12-2014, kamerstukken: 33771)
- Inwerkingtreding
01-01-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-12-2014, Stb. 2014, 541 (uitgifte: 22-12-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Bijzondere onderwerpen
Staatsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Een bewaarde, die zich langer dan veertien dagen in bewaring bevindt, of zijn raadsman, kan een schriftelijk verzoek tot invrijheidstelling indienen bij het Bijzondere Gerechtshof of bij het Tribunaal.
2.
Op het verzoek wordt beslist door een raadsheer of raadsheer-plaatsvervanger in het Bijzondere Gerechtshof, daartoe voor den tijd van een jaar door Onze Minister van Veiligheid en Justitie op voordracht van den president aangewezen, of, indien een fiat-behandeling voor een Tribunaal is verleend, door het Tribunaal.
3.
Een verkeerd gericht verzoek wordt zoo mogelijk aan het bevoegd college doorgezonden en anders teruggestuurd.
4.
Tijdens of na de behandeling ter zitting wordt het bevel tot invrijheidstelling uitsluitend gegeven door het college, voor hetwelk de zaak dient of het laatst gediend heeft, ambtshalve, op vordering van den procureur-fiscaal of op verzoek van den bewaarde of diens raadsman. Artikel 15, tweede lid, is van toepassing.