NJB 2021/2629
Afwijzing (voorwaardelijke) verdedigingsverzoek tot het laten plaatsvinden van een nader gedragskundig onderzoek: in casu kon het hof aan het door de verdachte stellen van een voorwaarde (hij wilde alleen aan onderzoek meewerken als dit werd opgenomen) de gevolgtrekking verbinden dat de verdachte nog immer niet bereid was volledig mee te werken met gedragskundig onderzoek. Gelet daarop, en in aanmerking genomen wat het hof op grond van de reeds voorhanden zijnde rapportages kon vaststellen over de verdachte, kon het hof oordelen dat de noodzaak tot het laten plaatsvinden van dat onderzoek niet is gebleken. Dat wordt niet anders door de omstandigheid dat de raadsvrouw heeft aangevoerd dat het NIFP en de penitentiaire inrichting waar de verdachte verbleef zich niet verzetten tegen het opnemen van de gesprekken.
HR 28-09-2021, ECLI:NL:HR:2021:1282
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
28 september 2021
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, Y. Buruma, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
20/01440
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1282, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 28‑09‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:880, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑06‑2021
- Wetingang
Essentie
Afwijzing (voorwaardelijke) verdedigingsverzoek tot het laten plaatsvinden van een nader gedragskundig onderzoek: in casu kon het hof aan het door de verdachte stellen van een voorwaarde (hij wilde alleen aan onderzoek meewerken als dit werd opgenomen) de gevolgtrekking verbinden dat de verdachte nog immer niet bereid was volledig mee te werken met gedragskundig onderzoek. Gelet daarop, en in aanmerking genomen wat het hof op grond van de reeds voorhanden zijnde rapportages kon vaststellen over de verdachte, kon het hof oordelen dat de noodzaak tot het laten plaatsvinden van dat onderzoek niet is gebleken. Dat wordt niet anders door de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.