AB 2018/16
Weigering WW-uitkering leidt tot stopzetting woonlastenverzekeringsuitkeringen. Bepaling van het causale verband. Eigen schuld.
CRvB 25-10-2017, ECLI:NL:CRVB:2017:3698, m.nt. C.N.J. Kortmann
- Instantie
Centrale Raad van Beroep
- Datum
25 oktober 2017
- Magistraten
Mrs. B.M. van Dun, A.I. van der Kris, E. Dijt
- Zaaknummer
16/2643 WW
- Noot
C.N.J. Kortmann
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS927956:1
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid werkloosheid / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Overheid en privaatrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:CRVB:2017:3698, Uitspraak, Centrale Raad van Beroep, 25‑10‑2017
- Wetingang
Art. 4:102, 8:73 Awb; art. 6:98, 6:101, 6:119 BW
Essentie
Weigering van een WW-uitkering. Er moet onderscheid gemaakt worden tussen schade die het gevolg is van een tijdelijk gemis aan geld en schade die is veroorzaakt doordat het UWV de uitkeringspositie van appellant onjuist heeft vastgesteld.
Samenvatting
Volgens vaste rechtspraak (bijvoorbeeld de uitspraak van de Raad van 11 januari 2011, ECLI:NL:CRVB:2011:BP2317) dient voor de beantwoording van de vraag of een partij schade lijdt en in welke omvang, zoveel mogelijk aansluiting te worden gezocht bij het civielrechtelijke schadevergoedingsrecht. Op grond van artikel 6:119 BW bestaat de schadevergoeding, verschuldigd wegens de vertraging in de voldoening van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.