RN 2020/92
Erfpacht. Hoe dient de vergoeding die Het Utrechts Landschap aan appellante moet betalen na het einde van de erfpacht te worden berekend?
Hof Arnhem-Leeuwarden 30-06-2020, ECLI:NL:GHARL:2020:4935
- Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
- Datum
30 juni 2020
- Magistraten
Mrs. Th.C.M. Willemse, C.G. ter Veer, S.B. Boorsma
- Zaaknummer
200.260.743
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS233542:1
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Goederenrecht / Genotsrechten
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHARL:2020:4935, Uitspraak, Hof Arnhem-Leeuwarden, 30‑06‑2020
ECLI:NL:GHARL:2019:7403, Uitspraak, Hof Arnhem-Leeuwarden, 10‑09‑2019
- Wetingang
Essentie
Erfpacht. Vergoeding na einde erfpacht. Overgangsrecht.
Hoe dient de vergoeding die Het Utrechts Landschap aan appellante moet betalen na het einde van de erfpacht te worden berekend?
Samenvatting
Bij notariële akte van 14 november 1978 (de 'vestigingsakte') heeft Het Utrechts Landschap een perceel grond in erfpacht uitgegeven aan A. In de vestigingsakte staat dat de erfpacht is ingegaan op 1 november 1978 voor de duur van 30 jaar en daarna kan in overleg worden verlengd met 10 jaar. Op 21 januari 2003 is het erfpachtrecht door A verkocht en geleverd aan appellante. Op diezelfde dag is het erfpachtrecht ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.